Wethouder Stephan Brandligt (Delft) heeft inmiddels ruim zeven jaar duurzaamheid in zijn portefeuille. Wat is er in die tijd gebeurd en welke ontwikkelingen krijgen de komende tijd gestalte?
Je hebt al ruim zeven jaar duurzaamheid in je portefeuille. Wat is Delft in die tijd wijzer geworden?
“Toen ik begon heb ik gezegd: of we onze doelstellingen halen zal vooral afhangen van of we wind mee of wind tegen hebben. En daarmee bedoelde ik de wind van het Rijk. De houding van het Rijk is intussen wezenlijk veranderd. Een paar jaar geleden zei onze premier nog dat windmolens op subsidie draaiden. Er werd schamper gedaan over duurzame energie. Dat is gekanteld; niemand twijfelt meer aan de noodzaak om te verduurzamen.”
Hoe verduurzaamt de gemeente Delft haar warmtevoorziening?
“Dat doen we vooral met een warmtenet. In Delft draait al een jaar of vijftien een warmtenet, op warmte die afkomstig is van een afvalwaterzuivering. Het is ontworpen op een nieuwbouwwijk die bijna klaar is. Er zijn nu zo’n dertienhonderd woningen op aangesloten. Verder hebben we plannen voor een warmtenet dat draait op geothermie: een initiatief van onze technische universiteit. Ze gaan er wetenschap op bedrijven en er de eigen campus mee verwarmen, maar vervolgens blijft er nog genoeg warmte over om een deel van de stad te verwarmen.”
Het aanleggen van een warmtenet is een dure operatie, zeker in bestaande bouw. Daarom worden warmtenetten met name toegepast in nieuwbouwwijken? Hoe zit dat in Delft?
“Wij brengen de warmte van dit net wel naar bestaande bouw, hoofdzakelijk sociale woningbouw. Inpandig zijn dan aanpassingen nodig zoals betere isolatie. Die maatregelen nemen de corporaties voor hun rekening.”
Wordt de TU Delft daarmee straks een warmtebedrijf?
“Nee, de TU heeft voor dit doel een consortium opgericht, samen met Hydreco en Energie Beheer Nederland (EBN). Ze zijn nog op zoek naar een partij die de warmte van het consortium afneemt en aan de corporaties levert.”
Was het moeilijk de corporaties mee te krijgen?
“Nee, dat viel mee. Zij zagen ook wel in dat er iets met hun bezit moest gebeuren om het toekomstbestendig te maken. Wat in dit verband meespeelt, is dat we gekozen hebben voor een wat ander model dan elders meestal wordt toegepast. Een BV van Stedin legt bij ons de pijpen aan en doet dat volledig transparant. Iedereen die meedoet legt zijn boeken open op tafel, ook de corporaties. Zo wordt duidelijk wie welke kosten maakt. De corporaties kunnen dus zien of ze niet te veel betalen. Het is van belang de kosten laag te houden. We willen immers dat de bewoners straks niet duurder uit zijn.”
Wat is de rol van de gemeente Delft in de warmtetransitie?
“Wij organiseren het proces, brengen de partijen bij elkaar en stellen mankracht ter beschikking, maar we investeren niet in het netwerk of zo. We lopen dus weinig risico. Een bewuste keuze. De energietransitie is er immers niet bij gebaat dat een overheid risico’s loopt met een project en veel geld verliest. We zijn geen bedrijf. Wij moeten vergunningen verlenen en de ontwikkelingen aanzwengelen; zaken die een andere partij niet kan doen.”
Wat is er volgens jou nodig om succesvol een aardgasvrije wijk te realiseren?
“Draagvlak onder de bewoners. Die is onmisbaar. Al die heisa in de straat en in huis moet ofwel een comfortabeler huis opleveren ofwel een verbetering van de openbare ruimte. Als je de straat moet openbreken om leidingen aan te leggen, zou je dat momentum kunnen aangrijpen om bepaalde aanpassingen te doen waarvan bewoners blij worden, bijvoorbeeld extra parkeerplaatsen of juist meer groen. We kunnen dan meteen iets doen op het gebied van klimaatadaptie. In de bewuste wijken – Voorhof en Buitenhof – staan flats met daartussen grote grasvelden. Als het hard regent worden die gazons drassig en kun je er niks mee. Als we hoogteverschillen zouden maken, zouden de hogere delen begaanbaar blijven en zou het regenwater op de lagere gedeelten kunnen infiltreren in de bodem.”
Wat vind je van de maatregelen die nu in het Klimaatakkoord opgenomen zijn om de warmte in de industrie te verduurzamen?
“Ook de industrie moet in 2050 fossielvrij zijn. De restwarmte die de industrie in 20150 produceert is dus per definitie fossielvrij en duurzaam. Daar komt bij dat we in de toekomst, doordat de woningen beter geïsoleerd zullen zijn, duurzame warmtebronnen met een wat lagere temperatuur kunnen benutten, iets wat nu nog niet goed mogelijk is. Als er straks meer infrastructuur ligt voor het transport van warmte wordt het voor de industrie makkelijk om hun restwarmte te verkopen. Vandaar dat de overheid nu via de Gasunie ook leidingen gaat leggen. Die infrastructuur is nodig om van de transitie een succes te maken.”
Hoe verwacht je dat de warmtetransitie zich gaat ontwikkelen tussen nu en 2030 en verder naar 2050?
“Het wordt een verhaal van vallen en opstaan. We gaan ongetwijfeld nog fouten maken. Dat is onvermijdelijk en daar moeten we ook niet al te moeilijk over doen. We zullen meer moeten doen om de burger warm te maken voor de warmtetransitie. Verder denk ik dat we sterker moeten inzetten op warmtenetten. Ten eerste omdat er best veel warmte beschikbaar is en ten tweede omdat we te weinig als we elektriciteit te kort komen als we elektrisch gaan verwarmen. Warmtenetten werken prima. Steden zoals Stockholm en Kopenhagen wordt voor wel 95% procent verwarmd met een warmtenet.”
Het Nationaal Warmte Congres | 28 november
O.a. de volgende thema’s komen aan bod:
- Het Klimaatakkoord; hoe gaat het uitgevoerd worden en wat betekent dat voor jou?
- Hoe creëer je draagvlak? Bij de burger, maar ook bij de ambtelijke bestuurders.
- De regierol; wie neemt deze wanneer en in welke hoedanigheid?
- Hoe kan de RES een positieve bijdrage leveren aan de warmtetransitie?
- Innovatie; welke nieuwe technieken en toepassingen kunnen we verwachten?
- Het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving betekent niet dat dit overal op dezelfde manier kan. Welke oplossingen zijn er?
Ontmoet meer dan 450 collega’s in de warmtetransitie en hoor alle do’s en don’ts van ruim 60 praktijkvoorbeelden. Meld je direct aan!
Bekijk het programma van Het Natonaal Warmte Congres