‘Schep regie, blijf ambitieus en realistisch’

De transitie naar een duurzame warmtevoorziening is ingezet, maar gaat langzamer dan gewenst.

Gertjan Lankhorst is voorzitter van VEMW. Hij tempert de verwachtingen, in een gesprek in aanloop naar de 10e editie van het Nationaal Warmte Congres op 16 november a.s.

 

  1. Wat is het standpunt van VEMW over de verduurzaming van de warmtevoorziening?

Wij zijn voor! Er is al heel veel gaande. Er wordt veel gedacht, er zijn veel initiatieven, maar het gaat langzaam. Logisch, want het is ingewikkeld. Op papier zijn er heel veel mogelijkheden om naar een duurzamere warmtevoorziening over te gaan. Wij vinden dat je moet beginnen met maatregelen die voor de hand liggen. Kun je bijvoorbeeld koelwater hergebruiken voor het de zee in gaat, of warmte hergebruiken voor het de lucht wordt ingestuurd?

Maar de praktijk is weerbarstig. Infrastructuur aanleggen is kostbaar en de concurrentie – verwarming met gas – is heel efficiënt. De nieuwe techniek moet dus starten met óf heel lage kosten, óf veel geld erbij.

Voor onze leden in de industrie is het in theorie makkelijk om warmte van een fabriek naar een buurman te brengen. Maar de klant denkt: is deze warmtebron er over tien jaar nog? En de leverancier heeft dezelfde onzekerheid over de afnemers. Een ideale situatie is een warmtenet met meerdere leveranciers, én meerdere afnemers maar dat ligt er niet zomaar. De industrie weegt risico’s af bij investeringen, een te hoog risico zullen ze niet nemen.

  1. Wat zijn volgens u de belangrijkste randvoorwaarden om te komen tot een duurzame warmtevoorziening?

Laten we beginnen met goede regie. Goed nadenken, wat slim is. De overheid zou er tussen kunnen gaan zitten, netwerkbedrijven de mogelijkheid geven er een rol in te spelen, en risico’s spreiden. Ook netwerkbedrijven willen misschien wat risico dragen als ze voldoende speelruimte krijgen en zijn meer dan gewone bedrijven in de gelegenheid investeringen af te schrijven over langere termijn.

Een mooi voorbeeld is wind op zee. Dat kwam moeilijk tot stand omdat exploitanten alle zaken zelf moesten regelen. Toen heeft de overheid de rollen verdeeld, en beslist dat TenneT het transport naar de kust doet. Nu komen er goede tenders tot stand en is iedereen tevreden.

  1. Wat vindt u op dit moment de grootste bottleneck in de transitie naar duurzame warmte?

We moeten  anders over de markt gaan nadenken: gas en warmte worden niet meer centraal gewonnen, via netten getransporteerd en dan verbruikt. Producenten én afnemers zitten op veel plekken. Voor de partijen die in gas, warmte en elektriciteit doen, wordt de regievraag belangrijker.

Verder wordt nu soms wel erg snel geroepen dat gas eruit moet en warmte erin. Ik zeg: houd oog voor de kosten en baten van een warmteproject. In de industrie zijn warmteprojecten misschien veel sneller rendabel dan in de woonomgeving. Sommige projecten zijn kostbare luchtfietserij; andere beloven een rendabele aanpak.

  1. Hoe denkt u dat de industrie bij kan dragen aan de transitie naar duurzame warmte?

Door het leveren van warmte aan warmtenetten hoger op de agenda te zetten: binnen industrie en levering aan de gebouwde omgeving. Er wordt al jaren naar gekeken, maar er kan meer. Het moet misschien ook beter beloond worden: op dit moment moeten bedrijven sturen op finale energiebesparing. Warmte in een warmtenet bespaart vooral op CO2-uitstoot. Dan moet je dus sturen op CO2-reductie. Een meer reële CO2-prijs, mits in groot internationaal verband geregeld, kan daarbij helpen.

  1. Hoe kunnen we volgens u de verduurzaming van onze warmtevoorziening versnellen?

Kijk goed naar de regie. Onderzoek waarom sommige projecten wél, en andere niet lukken. Betrek de regelgeving. Misschien is het ook nuttig om in de regio’s, zoals Rijnmond, IJmond en Eemsmond, een autoriteit aan te stellen die warmteprojecten aanjaagt, als de netwerkbedrijven de juiste bevoegdheden hebben.

  1. Hoe denkt u dat de warmtevoorziening in Nederland er in 2030 uitziet?

We zitten dan midden in de transitie. Als het gaat over infrastructuur, is het jaar 2030 heel dichtbij. Er is heel veel te doen, en het is verstandig om aan te sluiten bij ‘natuurlijke investerings- en onderhoudscycli’. De industrie heeft elke zes jaar groot onderhoud. Grote renovaties in de woonomgeving vinden elke 25 jaar plaats. Op die momenten kun je ook grootschalig in processen en infrastructuur ingrijpen. En vergeet niet te kijken naar de capaciteit van installatiebedrijven.’

Het Nationaal Warmte Congres

De verduurzaming van onze warmtevoorziening is onomkeerbaar. Om deze opgave uit te voeren zullen we alle zeilen bij moeten zetten.
We moeten nú starten!

Thema’s die o.a. aan bod komen tijdens het congres:

  • Hoe kunnen we versnellen?
  • Industrie versus de gebouwde omgeving
  • Het uitfaseren van gas; wat, hoe, waar en wanneer?
Download de brochure

Over euroforum

Euroforum is marktleider op het gebied van congressen, opleidingen en trainingen voor professionals en managers bij bedrijven, overheden en non-profit organisaties

Bekijk ook

Opbrengsten van warmte- en energieopslag vanuit financieringsperspectief

Energieopslag is noodzakelijk om toekomstbestendige en duurzame energiesystemen te ontwikkelen, waarbij warmteopslag een van de …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *