Aan de slag met een aardgasvrije warmtevoorziening. Dat is het thema van het Nationaal Warmte Congres, dat op 28 en 29 november plaatsvindt in Eindhoven. André Meijer, directeur van warmtenetwerkbedrijf Firan, zet er warmtenetten met onafhankelijk netbeheer in de schijnwerpers. “Warmtenetten worden wat ons betreft nutsvoorzieningen, net als de huidige gas- en elektriciteitsnetten.”
Volgens het Nederlandse Klimaatakkoord zullen in 2050 zeven miljoen woningen en een miljoen andere gebouwen zo goed als klimaatneutraal zijn. De gebouwde omgeving is dan aardgasvrij, en maakt gebruik van duurzame elektriciteit en warmte. Op dit moment zijn gemeenten, samen met andere partijen in de regio, al hard aan de slag met de Regionale Energiestrategie (RES). Uiterlijk in 2021 zijn dan in de lokale Transitievisie Warmte de verschillende opties vastgelegd voor de duurzame en aardgasvrije warmtevoorziening van de toekomst.
Vraagstukken, opgaven en voorbeelden
De vraagstukken en opgaven die bij de warmtetransitie komen kijken – en de goede voorbeelden van koplopers uit de praktijk – staan centraal tijdens het Nationaal Warmte Congres op 28 en 29 november. Wat is precies de warmtevraag in de gebouwde omgeving? Welke duurzame bronnen en producenten van warmte zijn er beschikbaar? Hoe zorgen we voor draagvlak en vertrouwen bij bewoners? Hoe werken alle stakeholders succesvol samen, met de gemeente als regisseur? Tijdens workshops en debatten delen experts de nieuwste inzichten en lessons learnt.
Aan de kennistafels van warmtenetwerkbedrijf Firan op 28 november staan twee hot topics centraal: de inzet van riothermie in woningbouwprojecten en de rol van gemeenten en woningcorporaties bij de ontwikkeling van warmtenetten. Het warmtenet in de Noord-Hollandse gemeente Zaanstad is een van de best practices die daarbij de revue passeren. Zo’n 2200 woningen in Zaandam-Oost worden binnenkort voorzien van aardgasvrije warmte uit een innovatief warmtenet, dat toegankelijk is voor diverse warmteleveranciers en -bronnen.
Een warmtenet voor iedereen
Zaanstad is een goed voorbeeld van de warmtenetten die volgens Firan essentieel zijn om de energietransitie in Nederlandse gemeenten tot een succes te maken. Het uitgangspunt is daarbij dat een warmtenet onderdeel uitmaakt van een vitale energie-infrastructuur die onafhankelijk wordt aangelegd en beheerd.
“Warmtenetten worden wat ons betreft nutsvoorzieningen, net als de huidige gas- en elektriciteitsnetten”, licht André Meijer, directeur van Firan toe. “Verschillende bronnen en leveranciers maken dan onder gelijke condities gebruik van de infrastructuur om warmte te leveren aan diverse woningen en gebouwen. Omdat iedereen onder gelijke condities toegang heeft, bevordert deze aanpak de ontwikkeling van nieuwe lokale warmtebronnen, de continuïteit van het net én de keuzevrijheid voor de afnemers.” Ook de duurzaamheid van het net krijgt op die manier een impuls, omdat van producenten wordt gevraagd dat alle warmte die zij leveren duurzaam is en zelfs de voorzieningen voor piekmomenten en back-up op termijn verduurzaamd zijn.
De ontwikkelingen in Zaanstad laten zien hoe Firan op dit moment al bijdraagt aan een efficiënte transitie naar een aardgasvrije en toekomstbestendige gebouwde omgeving. Meijer: “Firan trekt samen op met gemeenten en andere partijen die in het kader van de Transitievisie Warmte nieuwe warmtenetten willen realiseren. Firan neemt het ontwerp, de ontwikkeling, het beheer en de exploitatie van de warmte-infrastructuur op zich. Daarnaast investeren we mee, onder andere via co-financiering met overheden.” Voor de productie en levering van warmte werkt Firan samen met diverse publieke en private partijen, zoals energiebedrijven, waterbedrijven en de industrie.
Warmtenet met groeipotentieel
Meijer noemt naast Zaanstad ook Hengelo als een aansprekend voorbeeld van een lokaal warmtenet met groeipotentieel. Het warmtenetwerk in de Twentse gemeente is in 2008 aangelegd met de ambitie om de CO2-uitstoot en de inzet van aardgas te verminderen. De gemeente wil de komende jaren 5.000 woningen en 500.000 m² bedrijven en instellingen voorzien van de duurzame warmte uit het lokale warmtenet.
Het warmtenet in Hengelo is uniek omdat het optimaal gebruik maakt van restwarmte. Zo produceert afvalverwerkingsbedrijf Twence stoom en warmte uit restafval. Nouryon gebruikt de stoom vervolgens bij de productie van zout. Aan het einde van het productieproces blijft water van ongeveer 40°C over. Kantoren, bedrijven en woningen in de stad worden vervolgens weer voorzien van de restwarmte van Nouryon.
Samenwerking als succesfactor
De lokale expertise van de gemeente en andere partners is volgens Firan altijd het startpunt om nieuwe en doordachte oplossingen voor lokale duurzame energie te realiseren. Een nauwe samenwerking met alle betrokkenen is daarbij een cruciale succesfactor, vertelt Meijer. “Provincies, gemeenten, waterschappen, netbeheerders, projectontwikkelaars, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties én burgers spelen allemaal een rol in de energietransitie die Nederland wil doormaken. Projecten zoals in Zaanstad en Hengelo laten zien hoe we samen stappen vooruit zetten om tot de slimste resultaten te komen: een toekomstbestendig netwerk dat betrouwbare, betaalbare en duurzame warmte levert aan woningen en bedrijven in een dynamische stedelijke omgeving.”
Het Nationaal Warmte Congres | 28 november
O.a. de volgende thema’s komen aan bod:
- Het Klimaatakkoord; hoe gaat het uitgevoerd worden en wat betekent dat voor jou?
- Hoe creëer je draagvlak? Bij de burger, maar ook bij de ambtelijke bestuurders.
- De regierol; wie neemt deze wanneer en in welke hoedanigheid?
- Hoe kan de RES een positieve bijdrage leveren aan de warmtetransitie?
- Innovatie; welke nieuwe technieken en toepassingen kunnen we verwachten?
- Het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving betekent niet dat dit overal op dezelfde manier kan. Welke oplossingen zijn er?
Ontmoet meer dan 450 collega’s in de warmtetransitie en hoor alle do’s en don’ts van ruim 60 praktijkvoorbeelden. Meld je direct aan!
Bekijk het programma van Het Natonaal Warmte Congres