Windenergie in het Energieakkoord 2.0

Column door Albert van der Hem, directeur BLIX Consultancy

 

Het belangrijkste doel van het hoofdstuk energie van het Regeerakkoord is een ambitieuze reductie van de uitstoot van broeikasgassen met minstens 49% in 2030 ten opzichte van het referentiejaar 1990, verankerd in een Klimaatwet. De kolencentrales worden uiterlijk in 2030 gesloten, de subsidiëring van bijstook van biomassa in kolencentrales wordt na 2024 stopgezet en er wordt sterk ingezet op afvang en opslag van CO2. Verder is het streven dat uiterlijk 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zullen zijn en Nederland in Europees verband zal inzetten op belastingen op luchtvaart. Een mooi rijtje, maar wat betekent dit voor het nieuwe Energieakkoord 2.0 en dan vooral voor wind op land en wind op zee? Wat is nodig om de energietransitie te versnellen en de doelen te behalen? Kunnen we een wensenlijstje indienen bij de schrijvers van het nieuwe Energieakkoord 2.0?

“We vergroten het aanbod van kavels voor windenergie op zee”

Als wind-adept is het fijn om in het Regeerakkoord te lezen: “We vergroten het aanbod van kavels voor windenergie op zee”. Maar waarom staat er in het Regeerakkoord niks over wind op land? Dat is belangrijk gemis, want een verdere aanscherping van de doelstelling naar 10.000 MW wind op land in 2030 is hard nodig. Dus dit is mijn eerste wens voor het Energieakkoord 2.0 en een belangrijk lobbypunt voor de NWEA. Ik zou niet weten hoe gemeenten en provincies anders kunnen voldoen aan hun lokale duurzaamheidsdoelstellingen, want met alleen zonneparken gaat het echt niet lukken.

Nieuwe verantwoordelijkheden

Nu kolencentrales uitgefaseerd worden en elektriciteit uit wind en zon de nieuwe ‘basislast’ in Nederland gaat vormen, krijgen de wind- en zonne-energiesector nieuwe verantwoordelijkheden. Hoe gaan ze deze invullen? De komende tien jaar moet dat uitkristalliseren. Gelukkig is de gelijktijdigheid van wind en zon niet groot (als het hard waait schijnt de zon vaak niet en vice versa), dus dat helpt. Netwerkbedrijven pleiten al – waar het kan – voor wind- en zonneparken op één aansluiting en zijn begonnen de uitlopers van het Nederlandse elektriciteitsnetwerk te versterken. Het duurt vast niet lang of ieder onshore en offshore windpark krijgt er een zonnepark om heen. Tekorten of overschotten aan elektriciteit zullen middels slimme vraagsturing opgevangen moeten worden door respectievelijk afschakeling of bijschakeling van industrie en huishoudelijke elektrische apparaten. Additionele overschotten zullen opgeslagen moeten worden of omgezet worden in waterstofgas. Hierbij komt van pas het streven van onze regering dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Dat gaat tot vraag naar elektriciteit en waterstof leiden. Ik zou graag zien dat het Energieakkoord 2.0 hierop anticipeert en ruimhartig experimenten en demonstratieprojecten mogelijk gaat maken. Bijvoorbeeld het mooie project Duwaal in de Wieringermeer waarbij direct in de windturbine waterstof gemaakt wordt.

Terug naar wind op zee. Er komen meer kavels op zee. Maar hoeveel extra capaciteit komt er dan? Eén GW per jaar? Twee? Vier? En waar komt die wind op zee? En welke bottlenecks zijn daarbij te verwachten? Wat is de goedkoopste manier om dit nieuwe vermogen aan te sluiten? Hebben we nog genoeg milieugebruiksruimte? Vragen die in het Energieakkoord 2.0 opgelost moeten worden.

“De toekomst van de Noordzee. De Noordzee in 2030 en 2050″

Als startpunt is het goed het nieuwe rapport van het Planbureau van de Leefomgeving er bij te pakken. Het eerste wat opvalt in dit rapport met de mooie titel: “De toekomst van de Noordzee. De Noordzee in 2030 en 2050: een scenariostudie” is dat alleen in scenario IV “Samen Duurzaam” Nederland op een pad zit waarin de doelen van het Regeerakkoord en het Klimaatakkoord van Parijs worden bereikt. In dat scenario wordt er in 2030 een CO2 reductie van 50% ten opzichte van 1990 gerealiseerd en netto geen uitstoot van broeikasgassen meer in 2050. Het PBL berekent dat er dan in 2030 een windvermogen op zee staat van 15 GW en in 2050 staat er 60 GW. Met de huidige uitrol zoals gepland in de eerste routekaart staat er 6 GW op zee in 2023, dus zal er tussen 2023 en 2030 ca. 1,3 GW per jaar bij moet komen. Lijkt me niet iets waar de offshore wind supply chain moeite mee zal hebben. En de Rijksoverheid ook niet. Wind op zee wordt met spectaculaire snelheid goedkoper, en de Rijksoverheid wordt de laatste tijd verwend met nul-biedingen voor Hollandse Kust Zuid. We moeten hierbij wel steeds beseffen dat voor wind op zee ook nog netkosten van ca. 15-20 euro per MWh nodig zijn, die wij met zijn allen betalen en bij wind op land zitten die kosten al in de kostprijs. Maar dit gegeven maakt het voor de Rijksoverheid wel makkelijker om vol in te zetten op wind op zee.

Het mag nog wel wat ambitieuzer

Het mag van mij overigens nog wel wat ambitieuzer, want het PBL becijfert ook dat er in datzelfde scenario in 2030 er 13% besparing op het finaal energiegebruik zal zijn. Ik geloof zeker in besparingsopties en die moeten ook gerealiseerd worden, maar ik denk ook dat wij als mensheid nog een paar dingen aan het bedenken zijn die steeds meer elektriciteit nodig hebben, dus ik denk dat het energiegebruik alleen maar toe zal nemen. Verder zet net als onze regering, ook het PBL in op ca. 20 MTon per jaar CO2 afvang en opslag in 2030. Dit terwijl steeds duidelijker wordt dat CO2 afvang en opslag maar een tussenoplossing is die weliswaar gezien moet worden als “enabler” van de energietransitie, maar zeker geen versneller van de energietransitie is. En laat ik nou net een voorstander zijn van een versnelling van de energietransitie. Sla die CO2 afvang en opslag wat mij betreft maar over en plaats extra wind op zee.

Hoeveel windparken zijn er hiervoor in 2030 extra nodig?

Hoeveel windparken zijn er hiervoor in 2030 extra nodig? Rekent u even mee. Bij een generieke emissiefactor van Nederlandse elektriciteit van ca. 500 kg CO2 per kWh, ofwel 0,5 Mton CO2 per TWh moeten we in 2030 ca. 40 TWh elektriciteit met windparken op zee produceren om 20 MTon per jaar CO2 afvang en opslag te vermijden. Nieuwe offshore windturbines van 12 MW en meer draaien meer dan 5000 vollasturen per jaar. Die 40 TWh wordt dus geproduceerd met extra parken van in totaal ca. 8 GW geïnstalleerd vermogen. Er staat dan in 2030 geen 15 GW vermogen, maar 23 GW. Dus komt er tussen 2023 en 2030 ca. 2,4 GW per jaar bij i.p.v. 1,3 GW. Lijkt me nog steeds niet iets waar de offshore wind supply chain moeite mee zal hebben. Zie hier mijn laatste advies voor de schrijvers van het Energieakkoord 2.0: doe niet aan CO2 opvang en opslag en plaats iets meer wind op zee, maar onderzoek wel goed wat de milieugebruiksruimte is en behoud natuurgebieden.

 

Over redactie

Bekijk ook

Het kabinet zet de klimaatmaatregelen door, maar hoe zit het met de uitvoering?

Het kabinet Schoofs zet de energietransitie voort zoals eerder ingezet, tenminste in grote lijnen. Dit …

2 Reacties

  1. Leuk dat je consistent zulke interessante blogs plaatst!

    Ook met deze blog kan ik mij zeer relativeren. Zo heb ik ook mijn zorgen over het nieuwe energie akkoord.

    Maar gelukkig heeft Albert een aantal goede punten in dit blog. Zeker met name het punt over windenergie op land, daar kan ik mij ook in vinden.

    Verder is zijn punt dat het overplaatsen van veel windenergie naar zee moet gebeuren zo gek nog niet. Als je bedenkt dat soms natuur wordt gebruik om wind op land op te wekken, en terwijl het op zee gewoon makkelijk kan door middel van platformen in de zee is het gewoon veel beter.

    Groetjes en bedankt,

    Bart

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *