Door Jeroen Kluizenaar, blogger tijdens het Hypothekencongre 2013
Om de situatie enigszins visualiteit te bieden begon Piras een verhaal te schetsen over de zogenaamde Maaike die in een slechte financiële situatie zit, een te kleine buffer heeft om klappen op te vangen en zich ervoor schaamt om naar een bank te gaan en daar om advies te vragen. Wat moet Maaike doen, vraagt Piras aan de geïnterviewden.
Het antwoord komt niet van de tong rollen en het lijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Als budgetcoach moet je goed luisteren naar het verhaal van Maaike. Uitleggen dat je er beter van wordt als je vroeger naar een bank stapt om daar om hulp te vragen, vindt Jonkman. Ook staat hij open voor beloningen. Dat kan dan in de vorm van een lage rente.
Buffer
En wat vraag je dan op zo een moment aan de klant? Hoe begin je een gesprek? Om te beginnen moet je zijn of haar buffer te weten komen. Wat zijn de verwachtingen? Wat komt er binnen en wat gaat eruit? Pas wanneer deze waarden bekend zijn, kan de coach zich gaan richten op eventuele oplossingen.
Opvallend is dat banken zich ook heel goed realiseren dat niet alleen de klant verantwoordelijk is voor betalingsachterstanden, maar dat zij zelf daar ook een sterken hand in hebben. Jonkman en Spruit pleiten daarom voor het feit dat banken al op korte termijn met de klant in contact moeten komen en – nog belangrijker – in contact blijven met de klant.
Ook komen de heren terug op het gegeven dat 25% van de Nederlanders niet twee maanden vooruit kunnen “bufferen”. Deze opmerking kwam terug in een van de eerdere toespraken op het congres. Gechargeerd, vinden Jonkman en Spruit. Met name omdat banken tegenwoordig creatief genoeg zijn om dit soort klanten een oplossing te bieden. Die cijfers schetsen dus niet een realistisch beeld van hoe banken en klanten dit soort problemen aanpakken. Het is er slechts een voor de statistieken.