Van advocaat naar bedrijfsjurist? 5 tips!

Veel juristen willen – bijvoorbeeld na een paar jaar advocatuur of notariaat – het bedrijfsleven in, om bedrijfsjurist te worden. Dat is een hele goede stap! Werken als bedrijfsjurist is leuk omdat het dankbaar werk is: of u nu sales of inkoop ondersteunt: u draagt zichtbaar bij aan het ondernemingssucces en je gaat dankbare collega’s krijgen.

Maar denk niet: als advocaat was ik goed, dus een goede bedrijfsjurist worden is een ‘makkie’. U moet sommige advocaat-eigenschappen achter u laten, terwijl andere eigenschappen juist zeer op prijs worden gesteld in het bedrijfsleven. Bernadette van Leeuwen, Of Counsel bij Liance Legal, geeft vijf tips.

Wat u anders moet dan als bedrijfsjurist:

1. Denk als business partner

Als advocaat bent u gewend dat uw klanten naar u luisteren. Dat doen ze ook, maar dat is omdat ze een juridisch probleem hebben. Een advocaat wordt gevraagd omdat deze juridische machtsmiddelen als beslag of kort geding achter de hand heeft. De gevallen waarin een bedrijfsjurist wordt ingeschakeld is als er business-probleem of kans is, waar de jurist een faciliterende rol kan spelen. Er moet bijvoorbeeld een samenwerkingsvorm met een derde worden bedacht of er moet een einde aan een contract worden gemaakt terwijl er formeel geen opzeggingsgrond is.

Uw houding (in principe dienstwillig), uw creativiteit bij het vinden van werkende oplossingen en snelheid zijn eigenschappen die belangrijk zijn voor een bedrijfsjurist. Juridische grondigheid of spitsvondigheid wordt in het bedrijfsleven niet op dezelfde manier gewaardeerd als in de advocatuur.

2. Laat u niet overspoelen met onnodig werk

Een bedrijfsjurist roept zijn of haar eigen vraag op. Dat effect bestaat inderdaad. Het gevolg daarvan is dat de jurist al gauw wordt overspoeld met werk vanuit de organisatie. De afdeling ‘moeilijke brieven’ is snel gevonden en er komen kwesties op uw bordje die daar niet thuishoren. Tot voor kort werd dit soort kwesties toch ook afgedaan door niet-juristen? Maak daarom duidelijk wat u wel en wat u niet doet en laat – ook als u een zaak wel oppakt – de verantwoordelijkheid voor de vragen waar deze hoort: in de organisatie. In een bedrijf zijn geen ‘juridische risico’s’ maar zijn alle risico’s business risico’s. De jurist moet dat natuurlijk wel goed communiceren, met de nadruk op het managen van de verwachtingen.

3. Bespreek morele kwesties

Als bedrijfsjurist komt u te werken in een organisatie die én uw werkgever is én uw klant. Soms botst dat, namelijk als u niet helemaal achter uw advies of uw inzet kunt staan. Als advocaat kunt u zich beroepen op uw geweten, en een zaak of cliënt weigeren. Een zaak of werkzaamheden weigeren zal in het bedrijfsleven moeilijker gaan: bewust of onbewust neemt u in uw afwegingen mee of  – wanneer u een harde lijn inzet – uw functioneringsgesprek nog wel positief zal verlopen. Dan komt het aan op uw persoonlijkheid: u wordt namelijk voor uw juridische deskundigheid gevraagd en u moet het recht objectief toepassen.

Belangrijkste tip: benoem het probleem dat u met zo’n kwestie hebt en denk niet te gauw dat uw interne klant niet openstaat voor een discussie over het morele gehalte van een vraag vanuit de business.

Wat u juist goed kan gebruiken:

4. Denk preventief mee!

Wat u meeneemt vanuit de advocatuur zijn de vaardigheden om complexe situaties met juridische aspecten goed in te schatten en om bij dreigende conflicten in een vroeg stadium een strategie te bedenken die gunstig is voor uw bedrijf.

5. Gebruik uw ervaring

Omdat u weet hoe een advocatenkantoor werkt kunt u goede en slechte ondersteuning van externe juridische dienstverleners goed onderscheiden. Dat is  handig als de rekening van een advocaat een keer hoog uit valt: u kunt de vinger op de zere plek leggen en dan levert u direct toegevoegde waarde op voor uw werkgever!