Bepaalt de Warmtewet dat warmte alleen warmte is als die warmte direct als zodanig bruikbaar is? Of valt lauw water bedoeld voor een warmtepomp als onderdeel van een bodemenergiesysteem, ook onder warmte in de zin van de Warmtewet? Lange tijd is hier onzekerheid over geweest. Onlangs echter oordeelde het College Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dat de levering van lauw grondwater onder de Warmtewet valt. Wat betekent deze uitspraak voor de praktijk
Levering van grondwater
In de gegeven zaak draait het om de levering van grondwater van gemiddeld 11,95 graden Celsius via een warmte- en koudeopslag (WKO) in een woonwijk. Grondwater wordt opgepompt uit bronnen in de bodem waarin warmte en koude wordt opgeslagen. De woningen hebben een warmtepomp die warmte onttrekt aan het grondwater. Deze warmte verwarmt de woning en de warmwaterboiler voor het tapwater. Dit systeem zorgt ervoor dat de bewoners van de woonwijk warmte krijgen geleverd.
De bewoners van de woonwijk besluiten naar de rechter te stappen omdat ze het niet eens zijn met het gehanteerde tarief voor het geleverde grondwater. De leverancier van de warmte merkt het geleverde grondwater niet aan als warmte in de zin van de warmtewet. Om die reden hanteert de hij eigen tarieven. De bewoners vinden dat als het grondwater wel als warmte in de zin van de Warmtewet wordt aangemerkt, ze niet duurder uit moeten zijn dan afnemers van gas.
Het CBb stelt de bewoners in het gelijk. De doelstelling van de Warmtewet is namelijk de bescherming van verbruikers die voor hun warmtebehoefte geheel afhankelijk zijn van hun lokale warmteleverancier, zogeheten gebonden gebruikers. Volgens het CBb zijn de bewoners gebonden verbruikers. Zij hebben geen gasaansluiting en vanwege de monopolie op het warmtenet kunnen zij niet overstappen naar een andere warmteleverancier. Bovendien baseert het CBb zich op de parlementaire geschiedenis. Daarin is de keuze gemaakt om ook vormen van warmte met een lage temperatuur, zoals hier aan de orde, onder de Warmtewet te laten vallen.
De huidige en toekomstige praktijk
Voor de huidige praktijk en die van de nabije toekomst is deze uitspraak van grote betekenis. Duidelijk is nu dat bestaande en toekomstige warmteleveringsprojecten onder het reguliere kader van de Warmtewet vallen. Dit geldt voor projecten die gebruik maken van lauw water dat via een open WKO-systeem wordt opgepompt, maar ook van water dat afkomstig is van een andere bron, zoals afvalwater. Eigenaars en gebruikers van de warmtenetten worden als gevolg van deze uitspraak geconfronteerd met meer regels en maximale tarieven. Partijen die via open WKO-systemen warmte leveren aan consumenten moeten hier rekening mee houden. Woningcorporaties en andere commerciële partijen moeten hun leveringscontracten onder de loep nemen en waar nodig aanpassen. Gebeurt dat niet dan volgen er ongetwijfeld meer procedures.
Nationaal Warmte Congres
Wilt u meer weten over de ontwikkelingen binnen de warmtesector? Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn is partner van dit event en gaat op 24 november 2016 graag met u in gesprek over de thematieken die momenteel uw agenda bepalen.