“Windinitiatieven dienen bij voorkeur van onderop te komen, waarbij de belangen van de omwonenden vanaf het begin serieus worden genomen.”
Als we op dit moment een “scan” maken van de windenergieprojecten in Nederland, dan geeft dat een verontrustend beeld. De gemiddelde termijn voor procedures en vergunningverlening zit op ongeveer zeven jaar en dat is (te) lang. Je kunt dus gerust spreken van een taai en complex proces. Kijken we wat dieper, dan valt op dat; initiatiefnemers worstelen met draagvlak en participatie, bestuurders regionaal en lokaal zoekende zijn in het besluitvormingsproces, er veel discussie en onduidelijkheid is over de effecten van windenergie op de omgeving, (semi)deskundigen het nut van windenergie ter discussie blijven stellen en inwoners zich fel keren tegen windinitiatieven. Met initiatieven waar de locatie “van bovenaf” is aangewezen, hebben bestuurders en inwoners het moeilijk. De inwoners voelen zich niet betrokken bij de locatiekeuze, wantrouwen van daaruit de informatievoorziening vanuit overheden en initiatiefnemer, en ervaren participatiemogelijkheden als “doekje voor het bloeden”. In het bestuurlijke traject, kan op gemeentelijk niveau een complexe situatie ontstaan, als de aangewezen locatie niet – of niet in die mate – gedragen wordt door de Raad en het College. Het bestuur van de gemeente staat dan voor de vraag om de regie op het proces wel of niet zelf in de hand te willen houden. Wil men dat wel, dan is dat aan de burgers lastig uit te leggen. Kiest men ervoor dat niet te doen, dan verliest men de greep op het behartigen van de belangen van de eigen inwoners en loopt men de bouwleges mis. Een lastig dilemma.
De kaders vanuit de overheid, de initiatieven van onderaf
Uit ervaring concluderen wij, dat in beide situaties het proces vaak niet deugt. Windinitiatieven dienen bij voorkeur van onderop te komen, waarbij de belangen van de omwonenden vanaf het begin serieus worden genomen. De overheid moet vooraf wel kaders (vast)stellen, om een initiatief te kunnen toetsen en ruimtelijk te laten landen. Zolang visie en kaders ontbreken, zijn we bezig onze eigen frustratie en teleurstelling te organiseren. Het proces en de procedures vragen een stevige regie en daarvoor is kennis, deskundigheid en bestuurskracht een randvoorwaarde; op gemeentelijke niveau vraagt dit soms een extra inspanning. Echter, er moet draagvlak zijn voor een initiatief en dat proces kun je het beste organiseren waar de verbinding met bewoners het sterkst is. In de meeste gevallen zijn dat de gemeenten. Echter, boven alles staat dat er, op bestuurlijk en ambtelijk niveau, voldoende kennis en kunde moet zijn.
Duidelijk is dat bij windinitiatieven verbinden en informatievoorziening voor een belangrijk deel het succes van een initiatief bepalen. De belangen van verschillende stakeholders moeten bij elkaar worden gebracht en dat is een kwestie van afwegen, communiceren en het uitbalanceren van lusten en lasten. Dit lukt alleen als je mensen al bij de planvorming actief betrekt. Het omgevingsproces is kwetsbaar en vraagt zorgvuldigheid en deskundigheid. Hierbij heeft (ook) de initiatiefnemer een grote verantwoordelijkheid. Kortom, goed participatie- en omgevingsmanagement zijn een must!
Door: Johan van de Heijning en Anne Jochum de Vries; adviseurs Antea group
Nationaal Windenergie Congres
Johan van de Heijning en Anne Jochum de Vries (Antea Group) verzorgen een presentatie over ‘Lokaal (politiek) draagvlak creëren’ tijdens het Nationaal Windenergie Congres. Windenergie heeft een hoge prioriteit vanuit het rijk en is één van de belangrijke pijlers in het realiseren van de duurzaamheiddoelstelling van 14% in 2020. De doelstellingen voor zowel wind op land als wind op zee liggen hoog. Tijdens het Nationaal Windenergie Congres gaan we met de beleidsmakers, stakeholders en praktijkexperts in gesprek hoe we deze doelstellingen gaan realiseren.