Guido Bakema (Deventer Energie Coöperatie) heeft ruime ervaring met duurzame energie. Hij schreef zelfs een boek, ‘Alles over windenergie’. Daarin maakt hij gehakt van enkele hardnekkige misverstanden over windenergie. Bezoek je het Nationaal Windenergie Event, dan mag je hem het hemd van het lijf vragen. Wij gingen je voor…
Wat is je achtergrond?
‘Ik heb ruim 25 jaar gewerkt bij Essent en daarvoor vijf jaar bij ECN in Petten. In 2015 ben ik onder de naam Solwind voor mezelf begonnen als zelfstandig consultant op het gebied van duurzame energie en de energietransitie. Mijn belangrijkste klanten zijn gemeenten en provincies die willen weten wat hun te wachten staat als gevolg van het Klimaatakkoord. Ook ondersteun ik lokale energiecoöperaties. Tot slot ben ik als vrijwilliger bestuurslid van de Deventer Energie Coöperatie. In die hoedanigheid neem ik op het congres in Rotterdam deel aan de discussie.’
Wat is de grootste uitdaging voor wind op land?
‘In het Energieakkoord van 2013 werd een doelstelling voor wind op land geformuleerd: 6.000 megawatt in 2020. Die doelstelling halen we niet. Waarom niet? Omdat provincies er amper in slagen locaties aan te wijzen en beschikbaar te krijgen. En als er dan een locatie is aangewezen duurt het lang voor de vergunningen rond zijn, omdat er vaak bezwaar wordt gemaakt. Uiteindelijk gaan we die 6.000 megawatt wel halen, maar het zal een paar jaar langer duren.’
Vanwaar die weerstand?
‘Ik wijt het aan stemmingmakerij. Veel mensen denken dat windturbines overlast geven op het gebied van geluid en slagschaduw en dat windmolens de vogelstand schaden. Die argumenten zijn flinterdun. Neem geluidsoverlast. Woon je verder dan 600 meter van een windturbine, dan is de geluidsoverlast verwaarloosbaar. Alleen als het verder heel stil is en de wind ongunstig staat, kun je ze eventueel horen. Heus, daar slaap je probleemloos doorheen. En het aantal vogels dat overlijdt door windturbines is beperkt. Het verkeer en katten maken veel meer slachtoffers.’
En de slagschaduw?
‘Dat is op te lossen, zoals bij ons in Deventer is gebeurd. Bij helder, zonnig weer viel de schaduw van de bladen over een aantal kantoorramen. Dat is dan inderdaad hinderlijk. We hebben dat opgelost met een sensor. Is het inderdaad zonnig en geeft de schaduw van de rotorbladen overlast, dan wordt de turbine automatisch een kwartiertje stilgezet. Daarna valt de schaduw niet meer over de ramen en kan de turbine weer draaien. Dat scheelt op jaarbasis slechts twee procent van de totale opbrengst aan energie.’
Zou je zelf nabij een windmolen willen wonen?
‘Ja hoor, geen probleem. Ook nog wel binnen zeshonderd meter. Ik vind het spannende technologie.’ En je weet waar je het voor doet.
Wat moeten we absoluut niet doen?
‘Projectontwikkelaars moeten locaties niet proberen door te douwen. Als je ergens turbines wilt plaatsen, betrek omwonenden er dan van meet af aan bij. Luister goed naar hun vragen en zorgen en reageer er serieus op, onderbouwd met feiten.’
Hoe denk je dat de toekomst voor wind op land er over twintig jaar uitziet?
‘Ik denk dat tegen die tijd zo’n beetje iedereen inziet dat windenergie nodig is, willen we voldoen aan het Klimaatakkoord. Steeds meer mensen zullen vinden dat windenergie past bij Nederland. Weet je wat het is? In Deventer was er ook veel bezwaar tegen windturbines. Nu ze er staan, hoor je er niemand meer over.’