Vier middelgrote steden in het oosten van het land – Deventer, Apeldoorn, Zutphen en Zwolle – hebben de handen ineengeslagen. Samen proberen ze de transitie naar aardgasloze wijken te versnellen. Arno Groenendijk, programmaregisseur/beleidsstrateeg bij de gemeente Deventer, legt uit hoe.
Samen met Apeldoorn, Zutphen en Zwolle gaat Deventer aan de slag met een grote pilot onder de naam ‘Transform’. Waarom dit initiatief, naast de 27 landelijke pilots die er al lopen?
‘Onze observatie is dat we bij de energietransitie sterk uitgaan van het individu. Kennelijk hopen we stiekem dat mensen zelf gaan uitvogelen welke maatregelen er voor hun woning nodig zijn en dat ze die maatregelen vervolgens zelf gaan uitvoeren en financieren. Wij denken dat integrale oplossingen, dus voor hele wijken uitgewerkt, inclusief een collectieve financiering, meer kans van slagen hebben.’
Richten jullie je op huur- of op koopwoningen?
‘Juist op beide. Landelijk gaat dit moment de meeste aandacht uit naar de sociale woningbouw, omdat woningcorporaties snel meters kunnen maken. Maar in een stad als Deventer heb je vooral gemengde wijken, met een mix van sociale huur- en koopwoningen. Als je dan alleen de huurwoningen verduurzaamt, werk je niet heel doelmatig. Want als je een warmtenet aanlegt is het zonde als alleen de huurders die warmte kunnen afnemen. Het zou veel efficiënter zijn als ook de woningeigenaren daarop konden aanhaken. Dan verdien je de investeringen in het netwerk sneller terug en kan de prijs per aansluiting ook wellicht naar beneden.’
Wat zijn jullie ervaringen tot nu toe?
‘We hebben al behoorlijk wat ervaring met het individuele traject. Zo kennen we hier in de regio het ‘woningabonnement’: een pakket energiebesparende maatregelen met als hoogste niveau: aardgasvrij. Een leverancier garandeert dan de prestatie. Ook hebben we voor financiering gezorgd; je betaalt je investeringen in termijnen af.’
Mag je de maatregelen ook in één keer afrekenen?
‘Ja, dat mag, maar de verwachting is dat de meeste mensen kiezen voor een lening. Volgens het Nibud heeft meer dan dertig procent van de Nederlandse huishoudens helemaal geen geld achter de hand. Die kunnen niet investeren. Daarnaast is er een grote groep die wel wat gespaard heeft, maar daar al een bestemming voor heeft: een andere auto, een nieuwe keuken of ondersteuning van studerende kinderen. Kortom: als je niet zorgt voor een passende financiering krijg je een heleboel mensen niet mee.’
Jullie nemen als lokale overheid dus het voortouw. Wat als je dat niet zou doen?
‘Dan gaan de mensen die de maatregelen wel kunnen en willen betalen op eigen houtje van het gas af, bijvoorbeeld met een warmtepomp. Als je dan later een warmtenet aanlegt, krijg je die mensen niet meer mee; zij zijn al voorzien van warmte. En nogmaals: hoe meer mensen aanhaken, hoe lager de kosten per aansluiting.’
Waarom werken Deventer, Zwolle, Apeldoorn en Zutphen in dit verband samen?
‘Allereerst is het efficiënt dat we dicht bij elkaar liggen. Dat bespaart reistijd. Maar de belangrijkste reden is dat we samen massa creëren. Wij willen een collectieve financiering kunnen aanbieden. Het aantal aanbieders van zo’n financiering is beperkt – banken bijvoorbeeld zijn er niet erg happig op. Je komt dus al snel uit bij pensioenfondsen en andere, grote, institutionele beleggers. Daar kom je pas mee in gesprek als het over honderd miljoen euro of meer gaat. Wij richten ons in eerste instantie op zo’n 40.000 woningen in totaal. Stel dat de maatregelen per woning gemiddeld € 30.000,- kosten, dan praat je over 1,2 miljard. Dan zijn ze wel geïnteresseerd. Overigens schatten wij in dat de gemiddelde kosten per woning lager zullen zijn, zeker als je de maatregelen niet per woning maar per straat of blok uitvoert.’
Hoe maken jullie het voor burgers aantrekkelijk om de maatregelen te treffen?
‘We doen er alles aan om de woonlasten per maand per saldo niet te laten stijgen. Met andere woorden: wat de bewoners aan aflossing en een lage rente betalen, zou minder moeten zijn dan de besparing op de energiekosten als gevolg van de getroffen maatregelen. Ze zouden er dus netto niet op achteruit moeten gaan. Dat is best nog een toer en misschien lukt het alleen door de maatregelen over langere tijd uit te smeren, bijvoorbeeld eerst isoleren en een paar jaar later een bepaalde infrastructuur realiseren die wordt bekostigd uit de gerealiseerde besparing.’
Wat is er nodig om van een collectieve aanpak een succes te maken?
‘Dat je als gemeente samen optrekt met woningcorporaties, netwerkbedrijven en in ons geval het waterschap. Die partijen hebben investeringsvermogen en vaak ook al (onderhouds)werkzaamheden gepland staan. Met die partijen moet je het eens zien te worden over de uitgangspunten en de aanpak. Daarna ga je met de bewoners in gesprek. Ook dat is nog een hele klus.’
Waar staan jullie momenteel?
‘Eind van dit jaar leggen we de bewoners een voorstel in twee delen voor: een technische oplossing en een financieringsvoorstel, beide in concept. In Deventer hebben we hiervoor een gebied van geselecteerd van zo’n tienduizend woningen, ongeveer een vijfde van het totaal aantal woningen in onze stad. Het is een gebied waar al het nodige moet gebeuren, zowel in de woningen als in het openbaar gebied, en het ligt vlak bij de IJssel. We gaan uit afvalwater en oppervlaktewater warmte winnen.’
Arno Groenendijk, programmaregisseur/beleidsstrateeg bij de gemeente Deventer, is spreker tijdens Het Nationaal Warmte Congres.
Waarom mag je Het Nationaal Warmte Congres niet missen?
O.a. de volgende thema’s komen aan bod:
- Het Klimaatakkoord; hoe gaat het uitgevoerd worden en wat betekent dat voor jou?
- Hoe creëer je draagvlak? Bij de burger, maar ook bij de ambtelijke bestuurders.
- De regierol; wie neemt deze wanneer en in welke hoedanigheid?
- Hoe kan de RES een positieve bijdrage leveren aan de warmtetransitie?
- Innovatie; welke nieuwe technieken en toepassingen kunnen we verwachten?
- Het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving betekent niet dat dit overal op dezelfde manier kan. Welke oplossingen zijn er?
Ontmoet meer dan 450 collega’s in de warmtetransitie en hoor alle do’s en don’ts van ruim 60 praktijkvoorbeelden. Meld je direct aan!
Bekijk het programma van Het Natonaal Warmte Congres