Door Sten Cok, blogger tijdens het Pensioen Forum 2013
Jan Straatman (Lombard Odier Investment Manager) verwees aan het begin van zijn betoog naar de presentatie van Robert Leenes die het voornamelijk over de deelnemer had.
‘’Als je kijkt naar de balans van een pensioenfonds dan wordt het al heel snel duidelijk dat het vaak vergeten wordt dat de deelnemer de uiteindelijke eigenaar van de beleggingen is. Dat vertaalt zich in de doelstellingen en het risico voor de deelnemer. Uiteindelijk is voor de deelnemer belangrijk wat het absolute rendement is, en niet hoe dit rendement tot stand komt”, aldus Straatman.
Straatman haalde een belangrijk punt aan. Hij zei dat de meeste beslissingen in de sector gebaseerd zijn op het carrière-risico in de categorie van bestuurders. Daarmee is het risico van de deelnemer vaak ondergeschikt, Straatman denkt dat dat een belangrijk risico voor de sector als geheel is. ‘’Zeker na de financiële crisis waarin het vertrouwen in de sector een enorme deuk heeft gekregen.”
Een aantal problemen
Vervolgens haalt Straatman een aantal problemen aan: ‘’Het eerste probleem is dat we de laatste 30 jaren in een redelijk gunstig klimaat hebben gezeten voor kapitaalmarkten wat ertoe geleid heeft dat in een risico-rendementsafweging, die we allemaal moeten doen op het moment dat we met een belegging bezig zijn, het accent heel sterk heeft gelegen op de rendementskant. En dat vooral het risicostuk heel sterk is ondergesneeuwd door het vrij stabiele rendement die we de afgelopen 25 jaar hebben gezien.”
‘’Een vraag die ik veel heb gehad is dat waarom wij als lange termijnbeleggers zich bezig moeten houden met korte termijn volatiliteit. In principe is het zo dat geen enkele belegger meer lange termijnbelleger is. Zeker in een sterk gereguleerde wereld”, aldus Straatman.
‘’Een ander probleem is dat als je kijkt naar de typische invulling van het beleggingsbeleid van een pensioenfonds dat uiteindelijk de portefeuille qua risico een uitkomst is van al die keuzes.” Straatman zegt vervolgens dat veel portefeuilles voornamelijk gebaseerd zijn op die goede economische tijden van de afgelopen twintig jaar.
Jan Straatman vertelde tot slot wat volgens hem het belangrijkste is: ‘’Ik denk dat het belangrijkste is dat in beide invullingen van het pensioenbeleid, los van alle verschillende vormen, duidelijk in het achterhoofd houden dat het uiteindelijk om de deelnemers gaat”.