Marjan Minnesma (Urgenda): Wind op land is gewoon de goedkoopste duurzame energievorm

Minnesma_klOmwonenden vanaf het begin bij de ontwikkeling van windparken betrekken en niet alleen de lasten, maar ook de lusten delen. Volgens Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, is het zeker mogelijk om de felle weerstand bij omwonenden tegen windmolens te voorkomen. Dit zegt ze in gesprek met de Groene Courant over de windmolenproblematiek.

 

Op een reeks plaatsen in Nederland is de weerstand tegen windturbines soms heftig, vooral in het noorden. Die protesten tegen windenergie vanuit omwonenden zijn te voorkomen, vindt Minnesma. Zij zoekt vooral heil in de samenwerking tussen ontwikkelaars en de omgeving.

Als je het op land wil doen, moet je zorgen dat de windmolens van de gemeenschap zijn. Als er al een Eneco ofzo bijkomt. Dan moeten ze met de gemeenschap samenwerken

Dorpsmolen

Ze haalt de situatie in de gemeente Waterland aan. Daar wordt met de opbrengst van de windmolens subsidie gegeven voor zonnepanelen. In het Zeeuwse dorp Sint-Philipsland wordt naar Fries voorbeeld een zogenaamde dorpsmolen ontwikkeld, waarbij omwonenden de molen financieren en de opbrengsten terugvloeien naar de omgeving.

“Dan is er helemaal niet zo’n bezwaar tegen windmolens. Als burgers het idee hebben dat ze wel de lasten maar niet de lusten krijgen, dan gaan ze dwarsliggen. Ik zie zelf dat als mensen in de gemeenschap er tonnen mee verdienen ze niet eens willen dat die windmolens worden afgebroken.”

Op weer andere plekken, bijvoorbeeld het zuiden van Noord-Holland, is juist draagvlak voor windmolens, maar werkt de provinciale overheid tegen.

Lelijke energiemast

Minnesma zegt het schandalig te vinden dat de provincie Noord-Holland daar geen windmolens wil hebben. Bij Amsterdam en in de Haarlemmermeer zijn verschillende initiatieven voor windparken, maar door de strenge regels van de provincie is het vrijwel onmogelijk om ze te plaatsen. “Dat vind ik echt niet kunnen”, aldus Minnesma. “Als je dan de plekken hebt waar het kan en waar men wil, doe het dan!

“Wind op land is gewoon de goedkoopste duurzame energievorm en we willen onder de 1,5 graden uitkomen. Dat kan niet zonder wind of zon. Er zijn genoeg plekken in Nederland waar je windmolens kan neerzetten. Het is ook niet voor eeuwig. Als we over 20 jaar een andere briljante oplossing hebben, breek je ze af (heel circulair opnieuw te gebruiken!) en gaan we dat doen.”

“Er zijn ook heus een paar gebieden waar ze niet kunnen. Ik zou ze ook niet midden in een natuurgebied doen. Maar de mensen die tegen windmolens zijn, vinden ze overal lelijk. Ik zie hier ook overal lelijke elektriciteitsmasten, daar hoor je niemand over, wat maakt het uit dat er een paar windmolens bijkomen?”

Coöperaties

Één van de opvallend positieve ontwikkelingen die Minnesma ziet, is de ervaring die coöperaties beginnen te krijgen in de ontwikkeling van schone-energieprojecten. Zo plaatste windcoöperatie De Windvogel al in 1993 de eerste windmolen in Bodegraven. Inmiddels bezit de burgercoöperatie zo’n 4 windmolens, gefinancierd door leden.

Samen met burgercoöperatie Meerwind helpt De Windvogel nu in bijvoorbeeld Limburg coöperatie Zuidenwind bij het bouwen en financieren van windmolens.

“Dat zijn echt mensen van het eerste uur en dat gaat nu allemaal veel beter. De oude windmolens zijn nu allemaal rendabel en verdienen nu zoveel dat ze collega-windmolencoöperatie gaan helpen. Dat vind ik wel heel mooi”, legt Minnesma uit.

Offshore

Van protesten tegen windmolens voor de Hollandse kust, begrijpt de Urgenda-directeur al helemaal niets. Veel kustgemeenten stellen dat het strandtoerisme met een forse tegenvaller te maken krijgt als er windmolens voor de kust worden geplaatst.

Minnemsa vindt het vooral stemmingmakerij die niet gestaafd wordt met onderzoek. Uit een onlangs gepubliceerd rapport, dat in opdracht van het ministerie is gemaakt, blijkt dat de kans groot is dat er helemaal geen effect is op het toerisme. Tegelijk staat het vast dat er vele banen gecreëerd gaan worden.

“Ik vind ook dat je de discussie aan moet gaan. Hoe los je een urgent probleem op en wat heb je er voor over? Als je de molens ver weg op zee wilt, dan moet je bereid zijn om zoveel cent per kwh meer te betalen”, zegt ze verwijzend naar het voorstel van de tegenstanders om een windmolenpark verderweg op zee te bouwen. Dit kost naar verwachting minstens een miljard euro meer.

“Dan denk ik dat driekwart zegt: ‘doe dan maar wat dichterbij’. Je moet het beestje bij de naam noemen. In Duitsland en Denemarken is onderzoek gedaan en het is helemaal niet zo dat toeristen wegblijven. Er staan ook allemaal boortorens en daar wordt nooit over geklaagd.”

Historische overwinning

Minnesma heeft een goed jaar achter de rug met een historische overwinning in de klimaatzaak tegen de overheid. Een rechter oordeelde dat de Nederlandse overheid in 2020 de CO2-uitstoot met een kwart moet hebben verlaagd ten opzichte van 1990. Het kabinet verklaarde in hoger beroep te gaan. Minister Henk Kamp (Economische Zaken) heeft wel aangegeven het vonnis uit te voeren, maar wil met concrete maatregelen wachten todat duidelijk is wat het beste beleid is. Minnesma vermoedt vertragingstactieken bij de minister verwijzend naar zijn aankondiging dat hij na de verkiezingen van volgend jaar niet meer terugkomt als minister. Ze verwacht dan ook dat er eerst veel rapporten en ‘dialoog’ nodig zijn voordat er actie wordt ondernomen. Ze benadrukt nogmaals dat het er geen tijd meer is om te polderen. “Ik hoop heel erg dat we gaan inzien dat dit niet iets is van links of rechts. We moeten echt uit die links-rechts loopgraven komen. Het is niet van links. Juist ondernemers zouden hier de schouders onder moeten zetten.

Dit interview is afgenomen door Wilbert Zuil, Groene Courant.

 

Nationaal Windenergie Event

windenergieWat zijn de uitdagingen en, wat zijn de kansen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de weerstand die aanwezig is omgezet wordt naar participatie? Inmiddels zijn er voor Wind op Land mooie lokale initiatieven waarbij burgers gezamenlijk met de stakeholders oplossingen creëren die voor iedereen waardevol zijn.
Maar ook bij Wind op Zee zoeken partners elkaar op om samen unieke projecten te creëren. Dit en meer komt uitgebreid aan bod tijdens het Nationaal Windenergie Event.

Bekijk alle informatie over het Nationaal Windenergie Event.

Over euroforum

Euroforum is marktleider op het gebied van congressen, opleidingen en trainingen voor professionals en managers bij bedrijven, overheden en non-profit organisaties

Bekijk ook

Opbrengsten van warmte- en energieopslag vanuit financieringsperspectief

Energieopslag is noodzakelijk om toekomstbestendige en duurzame energiesystemen te ontwikkelen, waarbij warmteopslag een van de …

2 Reacties

  1. Onderstaande tekst verscheen onlangs in de NRC, graag commentaar…
    Windmolens sparen geen brandstof, stop bouw ervan
    Nederland krijgt vijf nieuwe windparken op zee, schreef deze krant onlangs. Maar dr. Kees Le Pair ziet niets in nog meer windmolens.
    Indien theorie en echte metingen niet overeenstemmen, dan is de theorie fout
    Voor het eerst in de geschiedenis geeft een regeringsinstantie – in Ierland – toe dat windmolens minder brandstof besparen dan volgens de rekenwijze van de EU.
    Dat is voor ons niet alleen van belang omdat het Ierse elektriciteitssysteem lijkt op het onze, maar ook omdat het niet komt van onderling kibbelende onderzoekers.
    Over die besparing is al jaren strijd tussen critici en door de windmolenlobby ingefluisterde regeringen. Die laatsten houden vol dat alle elektriciteit van de molens evenveel elektriciteit van kolen- en gascentrales vervangt en dus de brandstof die ze anders zouden hebben gebruikt, bespaart. Men noemt dat honderd procent nominale besparing.
    Het Ierse SEAI (Sustainable Energy Authority of Ireland) meldde nu dat die besparing in werkelijkheid maar tachtig procent is. Dat komt doordat de gewone centrales minder efficiënt gaan produceren, omdat zij de variatie in de wind moeten opvangen. Ierland ligt qua windstroom op ons voor. Het land verkrijgt vijftien procent van zijn elektriciteit van windmolens.
    Bij ons is dat zes procent. Wij mikken in 2023 op vijfentwintig procent.
    Dr. F. Udo, een natuurkundige en oud-medewerker van CERN (nucleair onderzoek), rekende het Ierse rapport na. Hij ontdekte dat de Sustainable Energy Authority of Ireland de feiten niet verdoezelt, maar wel met een truc de zaken te rooskleurig voorstelt. Ze vergelijkt het brandstofverbruik met en zonder wind niet met dezelfde conventionele generatoren, maar verhoogt die door toevoeging van gasturbines met een laag rendement. Het is zelfs lager dan dat van steenkoolcentrales.
    Bij een eerlijke vergelijking, daalt de besparing niet tot tachtig procent maar wordt het 71 procent. Dit komt overeen met wat uit gegevens van het Ierse netbedrijf EIRGRID is af te leiden. De Ieren zullen dus onderling wel op één lijn komen. Overigens brengt het echte brandstofverbruik van de Ierse centrales, zoals aan het licht gebracht door een Ierse ingenieur, de nominale besparing verder terug tot 54 procent.
    De twee instanties berekenden namelijk het verbruik. Zij maten het niet. De berekening houdt geen rekening met verhoogde inefficiëntie tijdens het op- en afregelen. En ook niet met het verbruik van stationair draaiende eenheden zonder last.
    Voor Nederland pakt het slechter uit. De Ieren beschikken over een buffer: elektriciteitsopslag in de vorm van waterkracht. Die neemt een deel van de bezwaren van variabele wind weg. In ons land is dat niet mogelijk.
    Besparingsverliezen groeien sterker dan evenredig naarmate meer stroom van windmolens komt. Wanneer wij het Ierse verliespercentage, 46 procent, als uitgangspunt nemen,
    zou alleen al een evenredige verslechtering, bij 25 procent windstroom, het verlies brengen op 76 procent. Dat is als gezegd nog niet onze verliesgrens, vanwege de ontbrekende waterkracht. Ook is in dat verlies niet de fossiele brandstof begrepen die nodig is om de molens te bouwen, ze te plaatsen en te bekabelen, en straks voor het onderhoud op zee.
    Evenmin de energie die gemoeid is met de enorme uitbreiding van ons elektriciteitsnet vanwege de molens.
    Er is weinig fantasie nodig voor de conclusie dat al die molens, die op onregelmatige tijden zoveel stroom gaan leveren, nauwelijks doen wat ze moeten doen: brandstof sparen en CO2-uitstoot verminderen.
    Eind vorig jaar kwam minister Kamp (Economische Zaken, VVD) in de Kamer makkelijk weg toen hij een waarschuwing van critici naar de prullenmand verwees.
    Hij gebruikte het curieuze argument dat gegevens uit de praktijk niet geschikt waren om de situatie in Nederland te beschrijven. Dat zou met modelberekeningen moeten. Die waren er genoeg (van de windmolenlobby). Daarmee negeerde hij drie eeuwen wetenschap: indien theorie en echte metingen niet overeenstemmen, is de theorie fout.
    De vraag is wat er gaat gebeuren nu blijkt dat de overheid van één van de EU-leden zelf ontdekt dat de verwachtingen niet uitkomen. Gaat de regering zich daarin verdiepen of zal zij wachten tot men in Brussel wakker wordt?
    Een bijkomstige bedenking is dat het zonder kolen, olie of gas niet mogelijk is molens te bouwen en te plaatsen. Hoe gaan we dat ‘duurzame’ systeem straks onderhouden en vernieuwen als die grondstof op is? Het is maar een kleine bedenking in vergelijking tot die van de gigantische bedragen die de stroomverbruikers extra moeten opbrengen om het windavontuur op te tuigen. Een avontuur dat nu al – er moeten nog vier keer zo veel molens komen – zoveel beroering verwekt, omwonenden en profiteurs tegen elkaar opzet en ons milieu en landschap beschadigt.
    Het antwoord is duidelijk: stop met de molenbouw en overtuig samen met de Ieren de EU-partners dat de weg doodloopt. De brandstofbesparing van windmolens is een flop.
    Dr. Kees le Pair is oud-lid Algemene Energieraad en voorm. dir. technologiestichting STW.

  2. Mooi om te lezen en het is alleen maar beter voor de toekomst van de wereld.

    Gr.
    Martijn

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *