Korte tijd stond Theo Smits op de steiger. Van lieverlee verhuisde hij steeds verder naar de voorkant van bouwprojecten, omdat in die fase nog veel winst te behalen viel. Via werkvoorbereiding, calculatie en planontwikkeling is hij in zijn huidige functie beland: adviseur energie en duurzaamheid bij bouwbedrijf Heijmans. Hoe kijkt hij aan tegen de verduurzaming van de gebouwde omgeving?
Wat is volgens jou de grootste uitdaging bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving?
‘Ik denk dat je een onderscheid moet maken tussen bestaande bouw en nieuwbouw. In de nieuwbouw hebben we met twee grote uitdagingen te maken: regelgeving die niet altijd duidelijk is en beperkte kennis en totaaloverzicht. Neem de BENG, de regeling voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen waarmee we de duurzaamheid van nieuwbouw gaan meten. Voor dat meten is software nodig, maar die is pas eind dit jaar beschikbaar terwijl de BENG zes maanden later al van kracht wordt. Dat betekent dat we alle zeilen moeten bijzetten om de projecten op tijd tot uitvoering te brengen. Dat had soepeler gekund door wat meer tijd te hebben tussen de beschikbaarheid van de instrumenten en de invoering van de wet.’
Daarnaast had je het over beperkte kennis en totaaloverzicht. Bij wie?
‘Bijvoorbeeld bij architecten en installateurs, maar ook bij bouwbedrijven. Ja, ook bij Heijmans. Maar vooral bij de beslissers zoals bestuurders bij corporaties en bedrijven, maar ook bij projectleiders. Dat komt door de omvang van het vakgebied. Iedereen weet het nodige van zijn eigen expertise, maar verduurzaming is breed en het aantal experts dat een totaaloverzicht heeft is beperkt. Het is daarom goed dat hier speciale cursussen en opleidingen voor zijn opgetuigd.’
Hoe zit het met de bestaande bouw?
‘Daar geldt dat de huidige benaderingsmethode, gebaseerd op de trias energetica, onbetaalbaar wordt. Die benadering houdt in dat we vooral moeten besparen op energie om de CO2-uitstoot terug te dringen, en dat proberen we vooral te bereiken door isolatie. Op zich klopt dat: isoleren is goed, maar slechts tot op een bepaald niveau. Van C naar B? Prima! Maar van B naar A of zelfs nul op de meter? Dat is niet altijd de beste weg. De investering verdien je nooit terug en het is niet meer de meest efficiënte weg om CO2 te besparen.’
Wat zou je dan moeten doen?
‘Na de primaire isolatiestap inzetten op duurzame energie. Dat kan met zonne-energie maar ook op andere manieren. De manier waarop je CO2 bespaart zou je niet per sé moeten voorschrijven, omdat de beste manier en oplossing verschilt van project tot project.’
Wat zou je met heel oude woningen moeten doen waarvan de energiebesparende maatregelen niet meer goed terug te verdienen zijn?
‘Vanuit het oogpunt van energie zou je kunnen onderzoeken of sloop en nieuwbouw niet de beste optie is. Maar als je breder kijkt naar duurzaamheid en ook wilt inzetten op behoud van (de waarde van) materialen, dan is het misschien weer niet verstandig. Kortom: per situatie goed bekijken.’
Wat zijn volgens jou de quick wins wanneer het gaat om het verduurzamen van de gebouwde omgeving?
‘Er zijn geen quick wins. Het is gewoon een enorme opgave. Wel ben ik er honderd procent van overtuigd dat we sneller moeten inzetten op duurzame energie in plaats van te ver gaan met isoleren. Ik weet dat iedereen roept dat je juist moet inzetten op isoleren, maar ik ben het daar niet mee eens – en ik kan mijn standpunt met presentaties en berekeningen onderbouwen. Ook EBN (Energiebureau Nederland), dat nota bene van de Rijksoverheid is, kijkt er op die manier naar. In hun infographic Energie in Nederland zie je links onderin dat nieuwe energie meer zoden aan de dijk zet dan isoleren. Als je heel Nederland honderd procent wilt isoleren en laat overschakelen op duurzame energie, dan kost dat ongeveer 1.000 miljard euro. Dan zitten alle woningen op het vereiste niveau van 2050. Doe je het met duurzame energie aangevuld met zinvolle isolatie, dan kost het grofweg 300 tot 400 miljard. Nog altijd heel veel geld, maar wel een stuk minder dan 1.000 miljard.’
Heijmans profileert zich als kennisbedrijf. Wat houdt dit in?
‘Wij delen onze kennis, onder meer binnen de NEN, die de nieuwe NTA schrijft voor BENG. Zelf zit ik in de duurzaamheidscommissie van het Lenteakkoord, we geven lessen op scholen en zo kan ik nog wel even doorgaan.’
Hoe kunnen jullie als bouwbedrijf een aandeel nemen in de transitie naar het verduurzamen van de gebouwde omgeving?
‘Wij bedenken en realiseren technische oplossingen en dragen bij aan het creëren van een gezonde woon- en leefomgeving. Zo hebben we concepten ontwikkeld om individuele koopwoningen mee te nemen als een wijk met hoofdzakelijk sociale huurwoningen wordt verduurzaamd. Nieuwbouwwoningen worden doorgaans verwarmd met lage temperatuur. Zou je die lage temperatuur ook willen aanwenden in bestaande woningen, dan zou je die eerst heel goed moeten isoleren – en dat is duur. Het idee is nu het water in het warmtenet op hoge temperatuur te zetten en eerst binnen te brengen in de bestaande woningen. Die nemen warmte op hoge temperatuur af. Het water is daarna enigszins afgekoeld en kan vervolgens naar de nieuwbouwwoningen.’
Hoe denk je dat duurzaam bouwen zich in de toekomst richting 2030 en 2050 zal ontwikkelen?
‘Ik denk dat we – om de boel betaalbaar te houden – pragmatischer te werk moeten gaan – en minder dogmatisch. Hiervoor is een forse investering in kennis nodig om tot de juiste oplossingen te komen.’
Opleidingen Duurzame Energie
De doelstellingen voor het verduurzamen van onze energievoorziening zijn ambitieus. Niet alleen naar 2020 toe, maar ook richting 2030 en 2050. Het is noodzakelijk dat er een versnelling ingezet wordt. Succesvolle duurzame energieprojecten kunnen hier in grote mate aan bijdragen.
Met de opleidingen Duurzame Energieprojecten en Samenwerken aan Energieprojecten creëer je meer draagvlak, haal je meer rendement en neem je een voortrekkersrol in duurzame energieprojecten. Speciaal voor iedereen die gaat starten of al betrokken is bij een project op het gebied van duurzame energie.
Meer informatie over deze opleidingen