Provincie Gelderland werkt al langere tijd aan warmtenetten als alternatief voor fossiele energie. Zo heeft de provincie al in 2014 het initiatief genomen om meer samen te werken met de gemeenten Arnhem en Nijmegen, netbeheerder Alliander en Nuon. Doel is het vergroten van het aandeel warmteaansluitingen in deze regio. Daarnaast draagt de provincie bij aan het oplossen van het vollooprisico bij de aanleg van openbare hoofdinfrastructuur voor warmtenetten. Een voorbeeld hiervan is Waalsprong. Tenslotte kent Gelderland het Innovatie- en Energiefonds Gelderland. Ook dit fonds investeert in aanleg van nieuwe warmtenetten, zoals in Ede.
Daarom legden wij in de aanloop naar het Nationaal Warmte Congres een aantal vragen voor aan Peter Drenth, sinds 1 juni 2018 Gelders gedeputeerde voor klimaat en energie
Hoe denkt Gelderland dat de transitie naar een duurzame warmtetransitie plaats gaat vinden tussen nu en 2050?
“Deze aanpak bestaat volgens mij uit 2 sporen. Het eerste spoor richt zich op het inventariseren van de beschikbare warmte op regionaal niveau. Dan kun je denken aan lokale biomassa, restwarmte uit de industrie en omgevingswarmte uit bv oppervlaktewater (TEO) en bodemenergie en thermische energie uit afvalwater (TEA). Met onze opdracht brengen we die mogelijkheden in kaart, zodat gemeenten die actuele informatie in beeld krijgen.
In het tweede spoor onderzoeken wij samen met gemeenten op welke manier zij de regie kunnen pakken bij een gebiedsgerichte uitrol van warmtenetten. Dus het voortouw nemen bij een gebiedsproces. Deze beide sporen komen dan samen in de RES.
Wat voor rol zien jullie weggelegd voor de Provincie Gelderland in de warmtetransitie?
”Wij werken als provincie vooral aan het ondersteunen van de partners. Zo ondersteunen we via de aanpak van “Wijk van de Toekomst”. Dat zijn inmiddels 10 wijken in Gelderland en in 2019 gaan we naar 40 wijken. In die wijken werken gemeenten, woningcorporaties, netbeheerder en inwoners samen aan plannen om de wijk te verduurzamen. Wij ondersteunen die aanpak om het project te leiden en om kennis en ervaringen te delen met andere wijken en gemeenten.”
Hoe denken jullie dat de RES (Regionale Energie Strategie) bij kan dragen aan het versnellen van de warmtetransitie?
“Inventarisatie van warmtebronnen gebeurt op regionale schaal maar de koppeling hiervan aan de gebouwde omgeving is een gemeentelijke zaak. Wij ondersteunen dat wel via het “Wijk van de Toekomst” proces. Gemeenten bepalen dus uiteindelijk of er een all-electric oplossing komt of warmtelevering.”
Wat zijn mooie voorbeelden van projecten die al geslaagd zijn op het gebied van het verduurzamen van de warmtevoorziening?
“Het mooiste voorbeeld vind ik toch wel de nieuwbouwwijk Waalsprong bij Nijmegen. Daar is een hele nieuwe wijk van straks 10.000 woningen gebouwd zonder gasaansluiting. Dat is een echte voorloper! En dat project kon gerealiseerd doordat wij als provincie een deel van het vollooprisico voor onze rekening hebben genomen. Hierdoor is het risico van de aanleg van dat warmtenet afgedekt in afwachting van de rentabiliteit van die aanleg. Daarnaast ben ik trots op het warmtenet in Ede. Dat warmtenet groeit razendsnel en verwarmt woningen op zeer duurzame wijze op basis van snoeiafval uit de regio. Hoe lokaal wil je het hebben!”
Wat zijn volgens jullie succesfactoren om andere stakeholders zoals bijvoorbeeld woningcorporaties en de eindgebruikers/burgers te motiveren om hun warmtevoorziening te verduurzamen?
“Ik denk dat een open warmtenet veel woningcorporaties over de streep kan trekken. Van zo’n open warmtenet met een onafhankelijk netbeheerder kunnen meerdere warmteleveranciers gebruikmaken. In aanvang is dat misschien wel wat duurder, maar het biedt woningbouwbedrijven een keuze. En uiteindelijk zullen de warmteprijzen gaan dalen, zo is mijn stellige verwachting. Hier kan een gemeente via een gebiedsgerichte aanpak ook meer de regie in nemen.”
“Daarnaast ben ik er van overtuigd dat het goed is om iedereen zo vroeg mogelijk mee te nemen en te betrekken bij de plannen. Zodat je stap voor stap inwoners mee neemt. Dat kan zijn met koken op een inductiefornuis in een wijkcentrum. Maar ook een lokaal aanbod aan alle inwoners in een wijk om via de plaatselijke firma een mooie aanbieding te doen voor een goede inductiekookplaat. En vergeet bijvoorbeeld ook de gratis kooppannen niet. Dat klinkt misschien banaal, maar werkt naar mijn mening wel. Want het gaat om het veranderen van ingesleten patronen en opdoen van nieuwe ervaringen.”