We kunnen in Nederland niet zonder een warmte infrastructuur

Een schonere toekomst, wie wil dat nu niet? Steeds meer individuen, organisaties, brancheverenigingen en andere belanghebbenden proberen de handen ineen te slaan om warmte en koude opslag te verbeteren. Warmte heeft een belangrijke rol in het energieakkoord en de energietransitie naar een duurzame maatschappij. Maar hoe gaan we de doelstelling (meer warmte en koudenetten) realiseren? Reden om een aantal warmte-experts te bevragen:

In Nederland kunnen we niet zonder een warmte infrastructuur“, is de stelling die we diverse warmte-experts hebben voorgelegd.


Roelof Potters, Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling

“Als we ernst willen maken met het klimaatneutraal maken van de gebouwde omgeving, dan kunnen we inderdaad niet zonder een warmte-infrastructuur. De miljoenen huizen en honderdduizenden gebouwen die de komende 50 jaar zullen blijven staan, zijn “by far” niet klimaatneutraal te maken, zonder gebruik te maken van de uitwisseling van energie. Dat is elektriciteit, maar evenzogoed warmte. We zullen juist moeten investeren in het kosteneffectief aansluiten van miljoenen bestaande gebouwen op warmte- en koudenetten.”

Astrid Madsen, Gemeente Rotterdam

“Inderdaad. Van de totale energievraag in Nederland is een kleine 40% een warmtevraag. Het is logisch hier aandacht voor te hebben. Overigens als een van de beschikbare oplossingen; we hebben een zeer grote opgave in NL die we niet met 1 type maatregel kunnen oplossen. Aandacht voor elektriciteit (verbruik en opwekking) is dus ook noodzakelijk.

Steden groeien en de verwachting is dat dit niet zal stoppen. Bestaande bouw heeft een vervangingssnelheid van 1 %. Ofwel na 100 jaar is alles vernieuwd. In stedelijk gebied is dit – zo weten we kijkend naar bijvoorbeeld Amsterdam en Utrecht – niet de realiteit, het gaat soms langzamer. Het is dus logisch om na te gaan hoe de totale fossiele energie vraag van deze bestaande bouw zo effectief mogelijk kan afnemen. Dit kan door het uitvoeren van gebouw gebonden maatregelen. Echter is het volledig voorkomen van fossiel energieverbruik in deze gebouwen zeer duur, met name de laatste stap (hoge kosten tav de baten). Met gebiedsmaatregelen, zoals een warmtenet, kan deze laatste stap efficiënter (goedkoper) plaatsvinden.

Daarnaast kan het hebben van een warmte infrastructuur bedrijven helpen te komen tot een betere concurrentie positie. Een van de conclusies van de ” World Energy Outlook 2013″ is dat er grote regionale prijsverschillen in energie blijven, die de economische ontwikkelingen bei¨nvloeden; energie-efficiency is in die competitie een belangrijk antwoord.”

Fokke Goudswaard, senior adviseur Duurzame Energie Koepel

” ‘Warmte’ is de grootste hap van het eindverbruik energie, in energie-eenheden veel groter dan elektriciteit waar gewoonlijk de meeste aandacht naar uitgaat. Restwarmte benutting stoelt, net als bij energie uit zon, wind, water en omgeving, op het verschuiven van kosten van grondstoffen naar investeringen. Heel nuttig uit oogpunt van efficiency, milieuverbetering en verkleining van de afhankelijkheid van lastige markten. Warmtedistributie is goed mogelijk en nuttig op veel plaatsen, maar niet overal. Men moet vooral geen grootschalige elektriciteitscentrale bouwen omdat je daar zo mooi warmte van kunt aftappen; dat is de zaak omdraaien. De schaal wordt van lieverlee kleiner, maar zowel in de bestaande gebouwde omgeving als in de nieuwbouw zijn er nog voldoende mogelijkheden voor warmtedistributie. Altijd op basis van een integraal plan voor de energievoorziening onder regie van de gemeente. De Warmtewet biedt een stevig overheidsinstrument om restwarmte benutting te bevorderen. In de uitwerking van het Energieakkoord komt binnen enkele maanden een belangrijke aanzet ter bevordering van duurzame warmte in al zijn vormen.”

Herman Exalto, Eneco Warmte en Koude

“Dat is helemaal waar. Wil Nederland zijn duurzaamheidsdoelen realiseren dan is een verdere verduurzaming van de warmtevraag (meer dan 60% van de energievraag van een huishouden) essentieel. In de komende tientallen jaren zal het merendeel van de Nederlanders nog steeds wonen en werken in huizen met een grote warmtevraag. Met de toenemende onzekerheid over de beschikbaarheid van gas, zal Nederland snel moeten schakelen, warmtenetten uitbreiden en het aansluiten van bestaande bouw op warmte moeten stimuleren. Dat is van nationaal belang.”

Pablo van der Laan, Ymere

“De vraag hangt samen met de vraag hoe de energievraag van onze woningen – gebouwde omgeving zich gaat ontwikkelen en op welke wijze we deze energievraag gaan opwekken. Door in eerste instantie goed te isoleren en energiebewust gebruikersgedrag te vertonen kan al tot 80 % aan CO 2 worden bespaard.

Om de resterende energievraag volledig klimaatneutraal te maken met b.v. decentrale energieopwekking moet minimaal de helft van het dakoppervlak van woningen worden bedekt met zonnepanelen, aldus een onderzoek van het centraal planbureau. Ook zouden grote windparken op zee duurzame elektriciteit kunnen produceren. Mijn verwachting is dat de elektriciteit de gangbare energiedrager zal zijn en dat deze in de toekomst grotendeels duurzaam kan worden opgewekt. Hoe lang deze transitie duurt is lastig in te schatten. 10-20 jaar ? In deze overgangsperiode zouden warmtenetten in de stedelijke gebieden (Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen) een belangrijke rol kunnen spelen.

Er zijn tegenwoordig voldoende duurzame collectieve en individuele technieken om warmte op te wekken, dat ik om die reden ook denk dat de warmtenetten best gemist kan worden. Restwarmte is echter op grote schaal in de stedelijke gebieden aanwezig en als je daar iets nuttig mee kan doen tegen een goede prijs/kwaliteitverhouding , moet je het niet laten. Het moet wel bedrijfseconomisch en maatschappelijk gezien dus haalbaar zijn. Een goede MKBA analyse (Maatschappelijk, Kosten Baten Analyse) zou noodzakelijk zijn,”

Pieter Boot, Planbureau voor de Leefomgeving

“Het hangt er vanaf wat hier mee bedoeld wordt. Er zal altijd infrastructuur nodig zijn die warmte faciliteert, dat is dus in Nederland primair gas en bijvoorbeeld in Frankrijk primair elektriciteit en in Denemarken primair stadsverwarming. Als je bedoelt dat ‘we’ niet zonder een aparte warmte infrastructuur – waarmee dan bedoeld wordt warmtenetten – kunnen, dan lijkt me dit iets dat per regio zal verschillen en in zijn algemeenheid onjuist is.”

Henk Dekker

Henk Dekker, Nuon
“Technisch gezien kan Nederland natuurlijk zonder een warmte infrastructuur. Met alleen gas en elektriciteit zijn al decennia in staat een goed wooncomfort te realiseren. De vraag is alleen of gemeenten in staat zijn hun duurzaamheidsambities te realiseren zonder inzet van een collectieve warmte infrastructuur. Gemeenten als Rotterdam, Nijmegen en Amsterdam vullen een structureel deel van hun ambitie voor 2020 – 2030 in met het realiseren van collectieve warmtenetten. Deze collectieve warmtenetten vormen ook een uitstekende basis om op langere termijn grote stappen te blijven maken in verduurzaming. Door steeds meer duurzamere bronnen aan een collectief warmtenet te koppelen, kan je in één klap een gebied met tienduizenden woningen verder verduurzamen zonder dat je in elke woning aanpassingen hoeft te doen. In Amsterdam hebben we dit bijvoorbeeld al gerealiseerd en streven we naar verdere verduurzaming van de warmtebronnen.”


Nationaal Warmte Congres – 6 november – Nijmegen

Bovenstaande Warmte-experts komen uitgebreid aan bod tijdens het Nationaal Warmte Congres. Tijdens dit congres staan de strategische en operationele vraagstukken centraal om de mogelijkheden van warmte optimaal te benutten. Meer informatie vindt u op de website van het Nationaal Warmte Congres.

Over euroforum

Euroforum is marktleider op het gebied van congressen, opleidingen en trainingen voor professionals en managers bij bedrijven, overheden en non-profit organisaties

Bekijk ook

Benodigde ruimte voor het eerst in kaart gebracht voor toekomstig energiesysteem

In 2050 heeft Nederland een klimaatneutrale energievoorziening. Dit vraagt om zorgvuldige planning, temeer omdat een …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *