Artikel door: Jan Ruijtenberg, algemeen bestuurslid FNV Jong
Als ik met mijn vader over pensioenen spreek, volgt het gesprek meestal een zelfde patroon. Eerst legt hij mij uit dat hij zijn hele leven lang zelf gespaard heeft voor zijn pensioen. Het is zijn geld en hij heeft er recht op en niemand zou het in zijn hoofd moeten halen om hem te korten. Vervolgens vertelt hij trots dat het een tijd lang zo goed ging met zijn pensioen dat die niet eens premie hoefde te betalen.
Toen het meezat met de rendementen wilde hij er best van profiteren maar nu het tegenzit is het ineens “beloofd is beloofd” en moet zijn pensioenfonds er maar voor zorgen dat hij krijgt wat hem toekomt. Wie de tekorten dan wel betaald kan hem niet schelen. Hij vindt niet dat de rekening bij de jongeren moet komen te liggen, en zeker niet bij mij. Maar wat hem beloofd is is beloofd.
Discussie tussen jong en oud
Ik voer die discussie niet graag. De discussie tussen “Jong” en “Oud” is een belachelijke. Het idee dat ik mijn vader zijn pensioen misgun, is net zo belachelijk als het idee dat hij mij mijn pensioen misgunt. We willen als vader en zoon allebei dat het voor ons zelf en de ander goed komt, en misschien nog wel liever voor de ander dan voor onszelf.
Lange versus korte termijn
Er is wel een discussie tussen de korte en de lange termijn. Tussen snel uitgeven wat je hebt of er voor zorgen dat er genoeg over blijft. Tussen het zolang mogelijk vooruit schuiven van de pijn of op tijd de juiste maatregelen nemen ook als ze pijnlijk zijn.
Wat ik nu inleg krijg ik pas over 40 jaar terug of misschien pas over 50. In die tijd zal er nog heel wat gegoocheld worden met de regels van het spel en ik hoop dat diegene die de keuzes maken vooral denken aan de lange termijn en niet de korte.
Toch lijkt de lange termijn het steeds weer te verliezen, omdat er een regering is die een begrotings-tekort moet opvullen, of omdat een pensioenfonds niet wil korten, maar ook omdat een oudere die gekort wordt dat direct merkt en een jongere het niet in de gaten heeft als zijn opbouw percentage verlaagd wordt.
Beloofd is beloofd
Je opgebouwde pensioen is altijd gelijk aan de ingelegde premie plus het daarop gemaakte rendement. Rendementen vallen niet te garanderen en dus is er in de pensioen wereld niet zoiets als beloofd is beloofd.
Wie mij dingen belooft die hij niet waar kan maken daar doe ik niet graag zaken mee.
Ik wil een reëel contract. Een contract dat zegt “we gaan beleggen want alleen zo kunnen wij tegen de inflatie op”. Een contract dat zegt “we beloven niets maar we doen ons best.” Een contract wat schokken op een eerlijk manier verdeelt over jong en oud. Maar vooral een contract dat geen dingen belooft die niet waar te maken zijn.
En als mijn vader zegt dat beloofd beloofd is dan denk ik had jij ook maar zo’n reëel contract.