Liever ondernemer dan resultaatgenieter?

De laatste jaren is het aantal ondernemers in Nederland fors toegenomen. Deze stijging zit hem met name in de toename van de zzp’ers. Dit zijn ondernemers zonder personeel in dienst. Dergelijke ondernemers hebben vaak nog een baan naast hun kleine/startende onderneming. Deze constructie biedt hen enige financiële zekerheid terwijl zij bouwen aan hun droom om volledig zelfstandig te zijn. Dergelijke initiatieven kunnen uiteindelijk uitgroeien tot mooie, volwaardige ondernemingen. Vaak worden de inkomsten uit een dergelijke onderneming in de aangifte inkomstenbelasting verantwoord als ‘resultaat uit overige werkzaamheid’. Doordat niet wordt voldaan aan het zogenaamde urencriterium kan toch niet geprofiteerd worden van de ondernemersfaciliteiten, denkt men… Maar of dit altijd de beste keuze is, valt te bezien.

Urencriterium

Om aanspraak te kunnen maken op ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en de mogelijkheid om een fiscale oudedagsreserve te vormen dient inderdaad voldaan te worden aan het urencriterium. Dit criterium houdt in dat de ondernemer op jaarbasis minimaal 1.225 uur besteed aan zijn onderneming. Deze uren mogen van allerlei aard zijn. Zo tellen niet alleen de daadwerkelijke declarabele uren mee maar ook uren die worden besteed aan acquisitie, reizen, overleg met adviseurs, het kopen van kantoorbenodigdheden etc. Indien er geen sprake meer is van een startende ondernemer dient er bovendien rekening mee te worden gehouden dat meer dan 50% van de werktijd aan de onderneming moet worden besteed. De tijd die aan de dienstbetrekking wordt besteed mag derhalve niet overheersen.

MKB-winstvrijstelling

Veel parttime ondernemers voldoen niet aan dit urencriterium. Daardoor kunnen zij geen aanspraak maken op de ondernemersfaciliteiten. In hun aangifte inkomstenbelasting verantwoorden zij hun inkomsten dan ook vaak als ‘resultaat uit overige werkzaamheid’. Het wordt toch belast, dus wat maakt het uit! Bovendien hoeft hiervoor enkel een resultaatbepaling te worden ingevuld. Een stuk gemakkelijker dus dan het invullen van een complete balans en winst-en-verliesrekening in de aangifte. Deze gemakzucht kan echter een hoge prijs hebben. Sinds enkele jaren is het namelijk zo dat ondernemers die niet voldoen aan het urencriterium toch aanspraak kunnen maken op de MKB-winstvrijstelling. Nu deze vrijstelling inmiddels is opgelopen tot 14% van de belastbare winst kan het claimen hiervan een mooi voordeel opleveren. En dit gebeurt niet wanneer de winst wordt verantwoord als ‘resultaat uit overige werkzaamheid’. In dat geval geldt deze aftrekpost namelijk niet.

Wel of geen onderneming

De keuze tussen ‘resultaat uit overige werkzaamheid’ en ‘winst uit onderneming’ is echter niet voor alle ondernemers vrij te maken. Wilt u uw inkomsten verantwoorden als winst uit onderneming dan dient er namelijk sprake te zijn van een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal. Met andere woorden, de onderneming dient wel enige inhoud te hebben. Zo zal een freelance medewerkster in de thuiszorg eerder als resultaatgenieter worden aangemerkt doordat zij geen investeringen doet, slechts één opdrachtgever heeft en weinig tot geen debiteurenrisico loopt. De vraag of iemand ondernemer is wordt dus niet bepaald aan de hand van het urencriterium. Dit criterium bepaalt enkel of iemand aanspraak kan maken op de ondernemersfaciliteiten. Bij de beoordeling of er fiscaal sprake is van een onderneming wordt onder meer gekeken naar de volgende aspecten:

  • Hoeveel klanten zijn er?
  • Wordt er geïnvesteerd (kapitaal)?
  • Welke ondernemersrisico’s worden er gelopen (debiteurenrisico)?
  • Hoeveel tijd wordt er aan de activiteiten besteed op jaarbasis?
  • Hoeveel omzet/winst wordt er gemaakt met deze activiteiten?

NB Bij de beoordeling of sprake is van een onderneming dient tevens rekening te worden gehouden met de fase waarin de onderneming zich bevindt. Is een ondernemer pas net begonnen, dan is het logisch dat het aantal klanten en de urenbesteding lager zijn dan bij een al langer draaiende onderneming. Ter onderbouwing hiervan is het raadzaam de aan de onderneming bestede uren bij te houden. Zo kan niet alleen worden getoetst of wordt voldaan aan het urencriterium maar tevens aangetoond welke activiteiten de zzp’er verricht om zijn onderneming van de grond te krijgen.

Afweging

Het kan zoals gezegd aantrekkelijk zijn om de winst toch als ‘winst uit onderneming’ te verantwoorden. Maar hoe aantrekkelijk? Stel dat een zzp’er naast zijn vaste dienstbetrekking handelt in computeronderdelen. Hij heeft een mooie website laten bouwen en bijna iedere avond is deze persoon een uurtje bezig met het afhandelen van bestellingen. Helaas zijn deze uren niet voldoende om te voldoen aan het urencriterium. Maar dit betekent niet dat deze persoon geen onderneming heeft. Doordat hij verschillende klanten heeft, heeft geïnvesteerd in zijn onderneming (bouw website, inkoop onderdelen) en ondernemersrisico loopt (wat als het niet loopt, als onderdelen worden teruggestuurd) is er fiscaal wel degelijk sprake van een onderneming. Wanneer nu met deze activiteiten een winst wordt behaald van 18.000 euro, dan levert de aanspraak op de MKB-winstvrijstelling een mooie extra aftrekpost op van 2.520 euro. Uitgaande van het maximale belastingtarief van 52% wordt hiermee 1.310 euro aan belasting bespaard!

NB Het verantwoorden van het resultaat als ‘winst uit onderneming’ kost wel wat meer moeite. Indien gebruik wordt gemaakt van een boekhouder is het raadzaam de extra kosten hiervan af te wegen tegen het potentiële voordeel.

drs. W. van Kasteren, WVK Belastingadvies


Nieuwsbrief Balans

Dit artikel komt uit de nieuwsbrief Balans, editie maart 2014

Elke twee weken een breed overzicht van de ontwikkelingen in de accountancy, de nieuwe regels voor jaarverslaggeving en de interpretatie daarvan.

Over Haitske Daniels

Bekijk ook

Big data-analyse en de rol van AI

Auteur: Tony De Jonker Met een razend tempo krijgen we te maken met de komst …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *