In de Tweede Kamer hebben alle partijen ingestemd met de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS). De wet zorgt ervoor dat uitbuiting, onderbetaling van werknemers en oneerlijke concurrentie worden tegengegaan. Zo zijn vanaf 1juli 2015 constructies waarbij werkgevers allerlei manieren bedenken om minder dan het minimumloon te betalen verboden en wordt de opdrachtgever ook aansprakelijk bij misstanden. Alle partijen in de Tweede Kamer hebben ingestemd. Nu mogen werkgevers nog allerlei kosten zoals voor huisvesting of een zorgverzekering inhouden op het salaris. Malafide werkgevers houden ook andere kosten in zoals boetes voor te hard praten of ‘loopgeld’ voor slijtage aan de weg. Dit leidt vaak tot verdringing van Nederlandse werknemers, omdat werkgevers op deze manier werknemers uit het buitenland goedkoop kunnen laten werken. Bovendien ontduiken werkgevers de sociale premies met deze constructies, die ongewenst maar tot nu toe nog niet altijd illegaal waren. Goedwillende ondernemers hebben daardoor te maken met oneerlijke concurrentie.
Ketenaansprakelijkheid
Niet alleen de werkgever, maar ook de opdrachtgever wordt straks verantwoordelijk voor het betalen van het cao-loon. De zogenoemde ketenaansprakelijkheid voor loon. Onderbetaalde werknemers krijgen zo meer mogelijkheden om hun achterstallige loon te innen. Opdrachtgevers die weten, of moeten weten, dat een werknemer niet voldoende betaald krijgt, kunnen hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Bij ernstige onderbetaling kan een werknemer na 6 maanden de hoofdopdrachtgever aansprakelijk stellen. In de WAS staan naast de ketenaansprakelijkheid onder meer de volgende maatregelen:
- werknemers krijgen het volledige minimumloon uitbetaald;
- werkgevers mogen niet langer een deel van het minimumloon als onkostenvergoeding uitbetalen of bedragen inhouden op het minimumloon. Sommige werkgevers maken nu nog gebruik van deze constructie om zo minder belasting of sociale premies af te dragen;
- de Inspectie SZW gaat de namen van gecontroleerde ondernemingen bekend maken, bijvoorbeeld van bedrijven die werknemers onderbetalen;
- loonstroken moeten transparanter worden en het minimumloon mag niet meer contant worden uitbetaald;
- werkgevers- en werknemersorganisaties en de Inspectie SZW gaan informatie uitwisselen als het vermoeden bestaat dat een werkgever de cao-afspraken niet nakomt.
Commentaar
Twee maatregelen in de WAS verdienen extra aandacht. In de eerste plaats is dat de ketenaansprakelijkheid voor het betalen van cao-loon. Een veelgehoord bezwaar is dat de opdrachtgever geen inzicht heeft in de administratie van de feitelijke werkgever. Het gaat in de meeste gevallen echter om een substantiële ontduiking van het cao-loon, waardoor de opdrachtgever veel minder betaalt dan op grond van de cao zou moeten. Anders gezegd: zodra arbeidskrachten te goedkoop worden aangeboden, kan de opdrachtgever vermoeden dat de cao wordt ontdoken. Daarnaast kan de opdrachtgever natuurlijk altijd de werknemer vragen om inzage in de loonbetaling.
De tweede maatregel betreft de uitbetaling van het minimumloon. Dit mag straks dus niet meer contant gebeuren en dus moet de werknemer over een bankrekening beschikken. Dat geldt dus voor alle werknemers, want de wettelijke bepaling is zo geredigeerd dat deze verplichting bijna voor iedere werknemer geldt: de verplichting geldt namelijk voor al het loon, voor zover dat niet het minimumloon overschrijdt, de facto dus voor iedere werknemer. In sommige gevallen kan dat leiden tot problemen, omdat in bepaalde gevallen de banken geen rekening beschikbaar stellen. Hoe dat moet worden opgelost is (nog) niet duidelijk, maar is van marginaal belang.
Auteur
H.K. Knol, PartnerConsult Adviesgroep
SZW