Deze blog gaat over uzelf

Door: Drs. G.J. (Gerrit) Aeilkema

Vanzelfsprekend is bij iedereen in uw bedrijf op zijn of haar netvlies gebrand welke marktpositie uw onderneming in 2015 bereikt wilt hebben. En uiteraard wil iedere medewerker tot het uiterste ervoor ‘vechten’ een eigen bijdrage te leveren om dat waar te maken. Het komt er immers steeds meer op aan om samen met uw collega’s hét verschil te maken de komende jaren.
Eén van de succesfactoren om die marktpositie te bereiken, is om zoveel mogelijk ‘vrij’ te zijn van oude, minder effectieve gedragspatronen.

Stel dat u – om dit te bereiken – zich tot doel heeft gesteld om te zorgen dat binnen een half jaar iedereen binnen uw organisatie elkaar zonder schroom durft aan te spreken op de eigen bijdrage. En stel nou, dat dit dan toch (weer) moeilijker blijkt te gaan dan gehoopt, waar kan dat dan aan gelegen hebben? Dan ligt de oorzaak misschien wel aan de (voor)ouders van uw collega’s. Dat klinkt u wellicht vreemd in de oren, maar na deze nieuwsbrief kijkt u hier mogelijk anders tegen aan.
Ouders leven voort in hun kinderen; dat betekent dus ook, dat uw ouders in u voort leven en hun ouders (uw grootouders) weer in hen.

En juist dit intrigerende gegeven zorgt ervoor, dat mensen regelmatig minder constructief gedrag vertonen, ook al willen ze dat helemaal niet. Maar moeilijkheden die mensen in het hier en nu ervaren, zijn zeer verweven met hun geschiedenis: men is verstrikt in de netten van de eigen historie.Ieder mens heeft een identiteit en die ontstaat in relaties. Echter de 1e relatie van iedereen is die met zijn ouders en daarmee is het fundament van uw identiteit dus al in uw eerste levensjaren gelegd.

In feite is dat vanzelfsprekend, immers ieder mens is noodzakelijkerwijs een gebonden schakel tussen generaties en omdat mensen een diepgewortelde behoefte hebben een plek in te nemen binnen de generaties van het gezin waar hij/zij uitkomt, is er een enorme loyaliteit naar alle eigen voorouders.En huidig gedrag is daarmee diep verankerd en ingemetseld in uw fundamentele loyaliteit aan de noodzakelijke schakel, die uw plek vervult tussen de generaties.

Dat kan ook niet anders, als u als kind niet geleerd zou hebben loyaal te zijn aan uw eigen thuissysteem, dan zou u destijds door uw ouders bestraft (afgewezen) worden en dat overleeft een baby/peuter/kleuter niet. Het is daarom een eerste levensbehoefte dat een kind continu waarneemt hoe ouders zich gedragen om zo het eigen gedrag te kunnen bepalen. Zo wordt in de eigen identiteit geïntegreerd hoe je het maximale rendement uit je ouders en het leven kunt verwerven. Als kind toetst men zichzelf door de ogen van de ouder(s) en daarmee zijn ouders een deel van onszelf geworden.

Een centraal principe daarbij is, dat mensen de lessen uit hun vroegste jaren herhalen als ze ouder worden: wat vóór het 4e levensjaar speelde, zal zich in alle jaren daarna herhalen.

Gedrag van mensen is daardoor heel vaak het toepassen van al in de kinderjaren vastgelegde gedragspatronen. Mensen zijn zo trouw aan zichzelf, dat ze de neiging hebben een eens genomen besluit te blijven uitvoeren. Immers, een eenmaal getrokken conclusie heeft vaak het effect, dat iedere ervaring zo uitgelegd wordt, dat deze aansluit bij reeds getrokken eerdere conclusies. Deze beslissingen zijn namelijk deel geworden van onze ‘werkelijkheid’; we maken gebeurtenissen passend in onze eigen overtuigingen. Ze zijn onbewust verankerd en hun wortels zitten in de werkelijheid van het verleden.

En hier vindt u de rechtvaardiging van minder functioneel gedrag.Vooral tijdens een beetje gespannen situatie schieten we vol in dit voorgeprogrammeerde gedragspatroon: onze automatische piloot als beschermingsmechanisme. Dat is ook logsich, omdat dit gedrag ons vroeger heeft laten overleven en je daarmee loyaal was aan het thuissysteem.

Helaas waren uw ouders (en hun ouders en ook weer hun ouders) niet perfect en dus hebt u in de eerste levensjaren hun interpretatie van wat goed en niet goed is in uzelf ‘opgeslurpt’. U leerde als overlevingsmechanisme om de goedkeuring van uw ouders te ‘verdienen’, van zindelijkheidstraining tot schoolprestaties toe; dat alles was een belangrijk bestanddeel van uw opvoeding.

Uit onderzoek blijkt dat er enkele ‘ouder-geboden’ zijn, waarvan ieder mens er een aantal uitkiest en die als protectiemiddel een belangrijke invloed blijven hebben op de manier waarop mensen in hun latere leven hun dingen doen: uiteraard heeft iedere kwaliteit ook een valkuil. De volgende overlevingsmechanismen zijn het meest bekend:

1) Jij moet sterk zijn (men heeft als fundament opgepikt zijn kwaliteiten te gebruiken, maar leert vergeten dat je rekening dient te houden met de eigen behoeften en gevoelens. Deze mensen lijken vaak onkwetsbaar, totdat ze erbij neervallen)
2) Jij moet anderen een plezier doen (men heeft als fundament opgepikt, dat je andere mensen een plezier moet doen. De achterkant van deze boodschap is echter dat het niet leert voor zichzelf op te komen)
3) Jij moet perfect zijn (men heeft als fundament opgepikt, dat je geen fouten mag maken en kan om die reden nooit helemaal tevreden zijn)
4) Jij moet je best doen (men heeft als fundament opgepikt, dat het belangrijk is je in te spannen; de inspanning lijkt echter belangrijker dan de uiteindelijke prestatie)
5) Jij moet voort maken (men heeft als fundament opgepikt, dat je op moet schieten en niet mag treuzelen, waardoor iemand niet de nodige tijd voor dingen neemt)
6) Jij moet de beste zijn (men heeft als fundament opgepikt met anderen in competitie te gaan, waardoor je in vergelijking met anderen steeds met het eigen tekortschieten wordt geconfronteerd)

Het kind van vroeger heeft echter ook de onbewust afgegeven verboden van de ouders voor altijd in zich opgslagen.

Dit was gedrag wat je vooral niet moest laten zien en wat nu nog ‘ingeslikt’ in je huidige gedragspatroon zit. Deze onbewuste overtuigingen zijn het gehele leven lang onderdeel van iemands dagelijkse handelen. Dit is het onbewuste ‘angstgevoel’ waar iedereen in elk persoonlijk contact op scant en zodra er maar een spoortje van dit angstgevoel opborrelt, leidt dit vrijwel onmiddellijk tot zelfbeschermend en daardoor minder effectieve gedragingen. Hieronder een paar mogelijke gevoelsangsten waar continu op gescand wordt en die zelfs tot heftige explosies kunnen leiden:

1) Jij had er niet moeten zijn (het kind leerde dat de ouders niet wilden dat het kind er überhaupt was of zelfs maar geboren was)
2) Jij mag niet jezelf zijn (het kind leerde dat het eigenlijk een ander kind had moeten zijn)
3) Jij mag geen kind zijn (het kind leerde dat het zich al heel snel als volwassene moest opstellen)
4) Jij mag niet opgroeien (het kind leerde dat de ouders liever niet hadden dat het kind groter en onafhankelijker werd)
5) Jij mag geen behoeften hebben (het kind leerde dat de eigen behoeften niet aan bod mochten komen en dat anderen voor gingen)
6) Jij mag niet zelf nadenken (het kind leerde dat het geen ruimte kreeg om de eigen gedachten te ontwikkelen, wat de ouders – of oudere broers en zusters – dachten, was veel belangrijker)
7) Jij mag niet voelen (het kind leerde dat bepaalde gevoelens verboden waren)
8) Jij mag niets ondernemen (het kind leerde dat het niet mocht experimenteren en zelf mocht handelen)
9) Jij bent niet belangrijk (het kind leerde dat anderen belangrijker zijn dan hijzelf)
10) Jij mag niet te dichtbij komen (het kind leerde dat het – soms letterlijk – op afstand moest blijven)
11) Jij hoort er niet bij (het kind leerde dat het een buitenbeentje was en niet paste binnen de wereld van het gezin of familie)
12) Jij mag niet normaal of gezond gedrag vertonen (het kind leerde dat het uitsluitend aandacht kreeg wanneer het ziek was of zich vervelend gedroeg)

Zo kunt u voor uzelf de pincode van uw leven enigszins bepalen en beter zicht krijgen op het – soms onverklaarbare – gedrag van anderen. Het besef, dat dit gegeven ons leven van alledag in zo’n sterke mate bepaalt, is tevens de enige weg naar verandering. Maar zoals al vaker gezegd, als je in je eigen schilderij staat, dan kun je er niet objectief naar kijken.

Drs. G.J. (Gerrit) Aeilkema is zijn hele leven al ondernemer en zijn doelstelling is ondernemers, leidinggevenden en teams te ondersteunen, zodat (interne) klanten tot ambassadeur van de organisatie worden. De uitdaging is medewerkers mee te krijgen in de bewustwording van ieders bijdrage aan de organisatiedoelstellingen.Daarnaast: organisatiestrateeg, trainer, (team-) coach en mediator

www.mkbsupportnoord.nl

Over Sophie van den Hoven

Bekijk ook

‘Stijging hypotheekrente leidt niet tot dramatische situaties’

Je wordt niet de grootste hypotheekbank van Nederland zonder er verstand van te hebben. Eén …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *