Een verrassende kijk op de geschiedenis van het Nederlandse pensioen

Afgelopen Hemelvaartsdag waagde ik mij met straffe wind en Hollandse luchten aan een bezoekje aan de Zaanse Schans. Een bezoek aan de Albert Heijn museumwinkel gaf mij een verassende kijk op de geschiedenis van het Nederlandse pensioen. Op 25 augustus 1925 werd de ‘Maatschappij tot bevordering van de belangen van het personeel verbonden aan Albert Heijn’ opgericht, het huidige Ahold Pensioenfonds. Dit fonds start met een toentertijd gulle donatie van 50.000 gulden door Albert sr., waaruit een premievrij ouderdoms- en weduwe- en wezenpensioen gefinancierd werd. Máár wel met als voorwaarde dat het personeel levenslang bij Albert Heijn werkzaam zou blijven, aldus de voice-over van de getoonde film.

Flexibiliteit is inmiddels een belangrijk goed geworden in de Nederlandse arbeidsrechtelijke cultuur
In die tijd is 50.000 gulden veel geld en een ondernemingspensioenfonds is zeer ongebruikelijk. Zou de voorwaarde van levenslang dienstverband echt hebben gegolden? Anno 2013 staat een dergelijke voorwaarde op gespannen voet met het beginsel van recht op vrije arbeid. Bovendien is flexibiliteit inmiddels een belangrijk goed geworden in de Nederlandse arbeidsrechtelijke cultuur. Geen enkel land in Europa kent zoveel ZZP-ers als Nederland. En voor deze groep is nóg geen collectief pensioen ontwikkeld. Collectiviteit en solidariteit staan onder druk. Niet omdat de Nederlandse werknemer individualistisch of onsolidair wil zijn, maar omdat deze werknemer niet meer weet met wie solidair te zijn.

Dat we langer leven is prima, maar het mag geen gevolgen hebben voor het eigen pensioen
Het intrigeert mij dat belanghebbenden in wijzigingstrajecten van pensioenregelingen moeite hebben met het accepteren van maatschappelijke ontwikkelingen. Dat we langer leven is prima, maar het mag geen gevolgen hebben voor het eigen pensioen. Hebben is houden, lijkt het devies. Het raakt mij dat in een democratisch land de gemiddelde belanghebbende zich niet kan of wil scharen achter nieuwe wetgeving. En dat werkgevers en sociale partners daardoor zoeken naar passende maatregelen die deze nieuwe wetgeving in haar oorspronkelijke idee lijken te ondermijnen. Dit alles maakt vernieuwing complex.

In deze complexiteit zijn dus meerdere factoren bepalend dan alleen wet- en regelgeving. Het is niet altijd makkelijk, zeker niet gezien de wetgeving op het gebied van de medezeggenschap. Veel werkgevers worstelen op dit moment met de invulling van de toekomstige pensioenregeling. Terug gaan naar een pensioen wat voorwaardelijk is aan een levenslang dienstverband, is niet de oplossing. Maar begrijpelijk was deze voorwaarde van Albert sr. wel in 1925.

Ik zie u graag 13 juni in Madurodam.
Irene Vermeeren,Partner Arbeidsrecht en Pensioen en initiatiefnemer ‘Pensions Industry Group’ Baker en McKenzie

Meer weten?
Irene Vermeeren is één van de sprekers tijdens de Pensioenconferentie voor Werkgevers op 13 juni a.s. in Madurodam. Hier komt bovenstaand onderwerp uitgebreid aan bod.
Meer informatie vindt u op www.euroforum.nl/pensioenwerkgever.

Over hoevenaarsr

Bekijk ook

Alle vormen van betalen geregeld op één plek

De manier waarop we betalen verandert continu. Op dit moment zijn twee op de tien …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *