Door Fritz Witt
Imagoprobleem?
In Nederland zijn ratings relatief onbekend. Zo de gemiddelde Nederlander iets over ratings weet of gehoord heeft bedoelt hij ratings van Amerikaanse rommelhypotheken of landenratings die door de drie grote Amerikaanse rating agenturen worden verstrekt en voor veel commotie zorgen. Dankzij de kredietcrisis begrijpt een breed publiek inmiddels überhaupt het belang van de triple-A rating. Men kent de consequenties als een rating agency de kredietwaardigheid van banken en landen verlaagt en heeft van de veel te optimistische ratings die mede de oorzaak van de kredietcrisis waren gehoord. Een breed gedragen besef dat vrijwel alle bedrijven en personen met kredietbeoordeling te maken hebben en hiervan afhankelijk zijn moet nog komen. Zelfs credit managers van banken, handelsinformatiebedrijven, kredietverzekeraars of in het bedrijfsleven beseffen vaak nog in onvoldoende mate wat hun oordeel voor gevolgen heeft. Laat staan dat de gerate personen en bedrijven überhaupt op het idee komen om meer transparantie van de uitgever van hun rating te eisen en om informatie te vragen.
Terwijl in Nederland ratings in negatieve zin in het nieuws komen, is een rating in de VS als methode in een veel bredere context bekend. Niet alleen de kredietwaardigheid van landen, branches, bedrijven of personen wordt met een rating vastgesteld, maar ook de kwaliteit van prestaties van personen en aanbieders van producten en diensten. In de grote steden van de VS hebben zelfs de ambachtslieden als loodgieters, elektriciens of hoveniers maar ook dienstverleners als belastingconsulenten, accountants of advocaten een rating. Zelfs tandartsen, autodealers, schoonheidsinstituten, vrijwel elke winkel of winkelketen hebben in de VS een rating. Ratings zijn via het internet openbaar en voor elke consument beschikbaar.
Het economische verkeer in de VS is wezenlijk meer transactiegedreven en transparanter, zodat ratings inmiddels de voorwaarde zijn om in business te blijven of zich als starter in de markt te etaleren. Ratings worden niet alleen door rating agencies, handelsinformatiebedrijven of kredietverzekeraars afgegeven maar ook door beroeps-, belangen- of consumentenorganisaties. Voor vrijwel elke nichemarkt is er een organisatie die de klanttevredenheid, de bekendheid, de kwaliteit van de producten of diensten en uiteraard ook de kredietwaardigheid van organisaties meet.
De Stichting NORA heeft als doel het bevorderen van de professionele kwaliteit van rating adviseurs en rating analisten. Een afgeleide doelstelling is het bevorderen van de kennis over ratings en scorings in Nederland. Derhalve hebben wij in samenwerking met de Vereniging Voor Credit Management (VVCM) een onderzoek uitgevoerd naar de kennis en de kwaliteit van scoringsystemen die de leden van de VVCM gebruiken. De centrale vraag was, wie gebruiken überhaupt scoringsystemen en wat weet de gemiddelde creditmanager hiervan?
Uitslag onderzoek VVCM en NORAnaar scoringsystemen
De Stichting NORA heeft in samenwerking met de Vereniging voor Credit Managers een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik en de kennis van scoringsystemen. De VVCM en de Stichting NORA willen met dit onderzoek meer inzicht in de kwaliteit van scoringsystemen verkrijgen om vast te kunnen stellen in hoeverre er behoefte is aan meer kennis over kredietbeoordelingssystemen en kredietanalyses.
Onze verwachtingen van dit onderzoek
Wij wilden weten welk soort bedrijven überhaupt een eigen scoringsysteem gebruiken. En wij wilden meer inzicht in de kwaliteit van dergelijke systemen door het kennisniveau van de creditmanagers over de kwaliteitsparameters van scoringsystemen te toetsen. In hoeverre is men op de hoogte van de prestaties van het eigen scoringsysteem?
Wij verwachtten dat vooral grote bedrijven een eigen scoringsysteem gebruiken, omdat een manuele kredietbeoordeling van grote aantallen debiteuren na onze mening nauwelijks meer mogelijk is. Echter, scoringsystemen keuren debiteuren niet alleen goed of af, maar traceren ook die gevallen die men nader moet onderzoeken. Beschikken creditmanagers over voldoende analysevaardigheden voor een manuele ondernemingsanalyse? Was een tweede vraag die wij ons stelden.
De opzet van ons onderzoek
Wij hebben eerst stellingen geformuleerd en onze vragen hiervan afgeleid:
- Grote bedrijven moeten een scoringsysteem gebruiken anders lukt het niet om een groot aantal debiteuren te beoordelen en te monitoren.
- De kennis over ratings en scoringsystemen in Nederland is gering omdat er geen opleiding voor is.
- Er is onvoldoende aandacht van de huidige opleidingsinstituten voor het specialisme creditrating en creditscoring.
Welk soort bedrijven gebruiken een scoringsysteem?
Bedrijven met meer dan € 100 miljoen omzet en meer dan 10.000 debiteuren werden door ons als groot aangemerkt. Onze stelling werd echter niet volledig door het onderzoek bevestigd. Van de 29 bedrijven met een omzet boven de € 100 miljoen gebruikten slechts 16 bedrijven een scoringsysteem. Bij de kleinere bedrijven is het aandeel gebruikers van een scoringsysteem nog geringer. Een van de oorzaken dat niet alle grote bedrijven een scoringsysteem inzetten was gelegen in het feit dat dergelijke systemen pas sinds de laatste 10 jaar beschikbaar zijn. De markt voor eigen scoringsystemen is nog steeds groeiende. Een tweede reden was het gebrek aan kennis over de werkwijze en de mogelijkheden van scoringsystemen. Een derde reden was dat aanbieders van handelsinformatie en kredietverzekeraars onlinediensten aanbieden waar men in elk geval van externe kredietinformatie gebruik kan maken. In deze gevallen gebruikt men in onvoldoende mate de eigen informatie voor de verbetering van de prestaties van de beoordeling van de debiteuren. Dit verklaarde tevens de grote populariteit van incassodiensten. Men moet overcompenseert blijkbaar het gebrek aan een goede kredietbeoordeling aan het begin van een klantrelatie door meer energie te steken in het aanmanen en incasseren zodra er sprake is van wanbetaling.
Wat is het kennisniveau van de creditmanagers over hun scoringsysteem?
Allereerst waren wij geïnteresseerd in hoeveel creditmanagers van deze groep er überhaupt een vakopleiding (CCM opleiding) hebben genoten. Vervolgens wilden wij weten wie er een vervolgopleiding voor ratings en scoringsystemen heeft gevolgd. Hierna hebben wij de creditmanager gevraagd wat hij/zij zelf vond van zijn/haar kennis over deze materie. De verdeling van de antwoorden op deze vragen vindt u in de afbeelding.
Zo te zien werd onze tweede stelling bevestigd. Slechts 18 van de 78 creditmanagers hadden een vakopleiding genoten. En 13 een vervolg- of vervangende opleiding. Dit neemt niet weg dat de meesten van mening waren dat zij volledig of gedeeltelijk wisten wat een scoringsysteem is en hoe het functioneert.
Vervolgens hebben wij deze kennis getoetst door meer vragen te stellen over de kwaliteit en de prestaties van het eigen scoringsysteem. Hierbij bleek dat de meest nog geen eens wisten wat hun scoringsysteem feitelijk meet. Slechts 2 van alle kandidaten kende hun systeem volledig en wisten wat de prestaties hiervan waren. Deze twee personen hadden een opleiding bij Moody’s inde VS gevolgd.
Wat is de rol van de opleidingsinstituten?
Wij zijn van mening dat er meer aandacht voor de opleiding van creditmanagers zou moeten komen. Immers waar anders moet de kennis van scoringsystemen en hoe men deze kan inzetten vandaan komen?
Creditmanagement is een zeer breed vakgebied. Het is mede daarom onmogelijk om in de CCM opleiding specialismen zoals creditratings of scoringsystemen op te nemen. Scoringsystemen keuren debiteuren niet alleen goed of af, maar traceren ook die gevallen die men nader moet onderzoeken. Als gevolg van de snelle ontwikkelingen door de kredietcrisis presteren scoringsystemen steeds minder. Daarom moet men ook weten hoe en wanneer men door middel van een manuele ondernemingsanalyse de tekortkomingen van een systeem kan minimaliseren? Ook ondernemingsanalyses moeten onder de huidige economische omstandigheden worden geëvalueerd en verbeterd. De creditmanager moet leren hoe hij sneller en betrouwbaarder manuele analyses kan uitvoeren.
De opleidingsinstituten Nijenrode Universiteit en de Universiteit van Leiden, die door de Stichting NORA zijn geaccrediteerd, bieden de creditmanagers deze specialistische kennis aan. Men moet hierbij bedenken dat dit soort opleidingen een post HBO dan wel een academisch niveau hebben. Aansluitend aan de CCM opleiding kan men directe toegang krijgen tot deze opleiding of kan men bij voldoende vooropleiding instromen.
Onze conclusies
Kennis over de kwaliteit en de aanwendingsmogelijkheden van een scoringsysteem is geen doel op zich, maar een mogelijkheid om het hoofd te kunnen bieden aan de gevolgen van de kredietcrisis en de bijdrage door het creditmanagement aan een betere financieringsstructuur en winstgevendheid van een onderneming te realiseren. Ons onderzoek was er op gericht om inzicht te krijgen in het gebruik van scoringsystemen en de kennis hiervan. Wij hebben moeten constateren dat voor veel meer bedrijven en organisaties scoringsystemen kunnen worden ingezet dan dat tot nu toe het geval is. En wij hebben geleerd dat de kennis bij de creditmanagers van scoringsystemen verbeterd moet worden. Anders kan men de voordelen van dergelijke systemen en methoden niet verzilveren.