Door Hasko van Dalen
Volgens de Griekse filosoof Aristoteles ligt tussen de uitersten “te veel” en “te weinig” de deugd als gulden middenweg. Helaas lijkt Staatssecretaris Klijnsma die guldenweg vergeten te hebben in haar plannen voor een nieuw pensioenstelsel. Volgens de uitgelekte versie van haar consultatiedocument voor het nieuwe Financieel Toetsingskader zal het nieuwe pensioencontract straks maar twee varianten kennen: het nominale contract en het reële contract.
Nominaal of reëel contract
Sinds de economische crisis zit het nominale contract in het verdomhoekje. Werknemers dachten dat ze een gegarandeerd pensioen hadden, maar dat bleek niet waar te zijn. Daardoor is het sentiment volledig omgedraaid. Nu stellen critici dat het nominale contract schijnzekerheid biedt. In de plannen Staatssecretaris Klijnsma wordt het nominale contract nu volstrekt onaantrekkelijk gemaakt. Er komen forse buffers die de premies opdrijven en hoge eisen aan de pensioencommunicatie. In feite koerst ze regelrecht af op het reële pensioencontract. Een optie die ook Pensioenfonds Zorg en Welzijn openlijk propageert. Of de deelnemers van dat pensioenfonds ook blij zullen zijn met de eisen die de Staatssecretaris eraan gaat stellen is de vraag.
Automatische prijscompensatie
Uit het uitgelekte concept blijkt dat het reële pensioencontract moet uitgaan van volledige automatische prijscompensatie. Een opmerkelijk uitgangspunt in een tijd waarin zelfs loonstijgingen in cao’s achterblijven bij de inflatie. Bij gelijkblijvende premie leidt dat zondermeer tot dekkingstekorten. Daarom moet de fondsen veel risicovoller gaan beleggen. Dat belegginsrisico dragen de fondsen en hun bestuurders niet zelf, maar wordt afgewenteld op de deelnemers. Alle pensioenaanspraken en uitkeringen worden jaarlijks aangepast via een aanpassingsmechanisme voor financiële schokken (AFS). Daarnaast is er ook nog een levensverwachtingsaanpassingsmechanisme (LAM). Als een aanpassing op basis van AFS en LAM groter dan de verhoging op basis van de prijscompensatie worden de pensioenaanspraken direct verlaagd. De verlaging mag wel worden uitgesmeerd over een periode van tien jaar. Daardoor kan het voorkomen dat je straks een pensioenaanspraak hebt met een automatische prijscompensatie van gemiddeld 2% per jaar, die toch jaarlijks met 1% wordt gekort wegens renteontwikkelingen en stijgende levensverwachting. Alsof dat meer duidelijkheid zal bieden voor werknemers.
Combicontract
Tijdens een recent pensioencongres pleitte daarom 83% van de aanwezige pensioendeskundigen voor een gulden middenweg: het combicontract. In het oorspronkelijke Pensioenakkoord van juni 2010 nam dit combicontract een centrale plaats in. Het werd gepresenteerd als een harde kern met flexibele schil. Een contract dat uit twee delen bestaat, waarvan het grootste deel met nominale zekerheid en een tweede volledig resultaatafhankelijke deel. Tot veler verrassing was dit combicontract een jaar later verdwenen uit het Uitwerkingsmemorandum van het Pensioenakkoord. Misschien dat Staatsecretaris Klijnsma het daardoor ook uit het oog is verloren. Nu de publicatie van haar consultatiedocument op zich laat wachten kan zij de vakantie periode wellicht gebruiken om nog eens goed na te denken over dit combicontract. Van Aristoteles hebben we immers geleerd dat kiezen voor de gulden middenweg geen teken van zwakte is, maar een deugd.
Hasko van Dalen is onafhankelijk deskundige op het gebied van pensioenen, sociale zekerheid en employee benefits en onderdeel van de Commissie van Repliek tijdens het Pensioen Forum 2013. Deze commissie zorgt voor een scherpe analyse van het congres. Op de dag zelf zullen zij als klankbord dienen en via kritische vragen het optimale resultaat voor de dag bewerkstelligen.
Meld u gratis aan voor onze financiële nieuwsbrief en ontvang regelmatig interessante content in uw mailbox.