Doorsneepremie nog van deze tijd? – Door Gerard Krijnen

Door Gerard Krijnen RA in Pensioen Bestuur en Management (PBM) nummer 3 2013

De tijd van een levenlang werken bij dezelfde werkgever lijkt voorbij. Mensen gaan flexibele arbeidscontracten aan, wisselen van werkgever, stoppen tijdelijk met werken of worden zzp’er. Bij de doorsneepremie draagt een jonge werknemer teveel bij om op latere leeftijd minder te betalen. Is de doorsneepremie nog wel van deze tijd? PBM legde aan vier bestuursvoorzitters de volgende stelling voor: De doorsneepremie heeft zijn langste tijd gehad.

Jan Willem Duyzer
Voorzitter beroepspensioenfonds voor Loodsen

Duyzer wijst de stelling resoluut van de hand:

“Registerloodsen vormen een kleine en hechte beroepsgroep. Sinds de oprichting van ons pensioenfonds hanteren we een doorsneepremie. Natuurlijk worden daar wel eens kritische vragen over gesteld. Maar het verloop onder onze deelnemers is gering. In de 25 jaar van ons bestaan hebben we maar vijf slapers. Men blijft dus deelnemer tot de pensioengerechtigde leeftijd, waardoor er geen ongewenste effecten van doorsneepremies optreden. Daarnaast zijn de premie en pensioenopbouw voor alle deelnemers gelijk. Dat willen we graag zo houden. De solidariteit komt ook tot uitdrukking bij de besluitvorming: via de Nederlandse Loodsen Corporatie beslissen de loodsen over de inhoud van de regeling. We streven ook naar een, qua leeftijdsopbouw, zo divers mogelijk samengesteld bestuur. Dit geeft draagvlak aan de besluiten van het bestuur. Iedereen spreekt dan ook over ‘ons’ fonds.”

Loodsen hebben een zwaar beroep, legt dat geen druk op de regeling?

“Als je door weer en wind tegen hoge oceaanreuzen moet opklimmen of aan het lijntje van een helikopter bungelt, mag je inderdaad wel spreken van een zwaar beroep. De pensioenleeftijd ligt daarom gemiddeld op ongeveer 57 jaar. Hoe solidair we als beroepsgroep zijn blijkt ook uit onze regeling bij arbeidsongeschiktheid. Een arbeidsongeschikte loods krijgt twee jaar een uitkering uit zijn maatschap. Daarna krijgt betrokkene een uitkering van het fonds en wordt de verdere opbouw premievrij voortgezet tot 55 jaar.”


Paul Snoek
Voorzitter Stichting Pensioenfonds IBM Nederland

Snoek wijst op veranderingen in de arbeidsmarkt:

“De keuze tussen een nominaal of een reëel contract dwingt tot heroverwegen van pensioen als secundaire arbeidsvoorwaarde. De arbeidsmarkt en de maatschappij veranderen snel en bieden niet meer de stabiele basis die nodig is voor de doorsneepremie. Er zijn veel zzp’ers en mensen met flexibele arbeidscontracten. Deze, doorgaans jonge, generatie werkers beseft terdege dat ze zelf voor hun pensioen moeten zorgen. Wat er nog los komt uit de huidige voorzieningen is dan mooi meegenomen.”

Snoek weet wat er gaande is bij multinationale ondernemingen:

“Bij grote multinationals worden loonkosten en dus ook pensioenkosten wereldwijd vergeleken. Nederland heeft een uitstekend pensioenstelsel, maar het is de vraag of dit houdbaar is met het oog op onze concurrentiepositie. Ik verwacht een snelle verschuiving naar DC en dus individualisering van pensioenen. De doorsneepremie gaat daarbij op de helling. De politiek heeft alleen oog voor Defined Benefit, maar ondernemingen zullen meer en meer overstappen naar individueel of collectief DC. Werkgevers vinden een vaste premie prima, ze weten dan waar ze aan toe zijn. Dit past ook in het streven van werknemers naar meer individuele keuzes. De bereidheid om een bijdrage te leveren aan het collectief wordt kleiner. De doorsneepremie heeft daarmee inderdaad zijn langste tijd gehad.”


Drs. René van de Kieft RC MAC
Voorzitter AGH en bestuurslid ABP en PME

Volgens Van de Kieft valt er op het eerste gezicht weinig in te brengen tegen deze stelling:

“Niet voor niets hebben jongeren van het ‘Pensioenlab’ gepleit voor degressieve pensioenopbouw. Er bestaat geen perfect systeem dat alles oplost, maar de doorsneepremie blinkt uit in eenvoud. De wereld verandert. Werknemers blijven niet levenslang bij dezelfde werkgever. Of ze beginnen voor zichzelf, nota bene juist op een leeftijd waarop ze plezier zouden krijgen van de doorsneepremie.”

Ziet Van de Kieft genoeg redenen om de doorsneepremie af te schaffen?

“Neen, we hadden toch oplossingen bedacht? Werknemers blijven vaak werken in dezelfde bedrijfstak en blijven dus in hetzelfde bedrijfstakpensioenfonds. Voor werknemers die naar een ander fonds gaan is er waardeoverdracht. Het is wel verbazend dat dit probleem niet is opgelost voor zzp’ers. Die zou je moeten toestaan bij hun oude pensioenfonds te blijven. De roep om een eigen pensioenfonds voor zzp’ers is groot, maar ik zie geen concreet initiatief.”

En als zzp’ers geen verplicht eigen pensioenfonds willen?

“Even goede vrienden zou ik zeggen. Degressieve opbouw is een structurele hervorming die het verdient serieus te worden verkend. Daar moeten we wel de tijd voor nemen en de overgangsproblematiek goed doordenken. Waar een wil is, is een weg.”


Ton van Zijl
Voorzitter Stichting Pensioenfonds Medewerkers Apotheken (PMA)

Van Zijl ziet geen reden om voor de medewerkers van apotheken de doorsneepremie op te geven:

“In de discussie over doorsneepremie ontbreekt een zuivere afweging. De discussie wordt ten onrechte alleen gevoed door het idee dat jongeren teveel premie betalen. Daarnaast speelt er een onjuiste opvatting, die helaas langzaam maatschappelijk geaccepteerd lijkt: babyboomers zijn rijk, ze maken alles op en ze doen wat ze willen. En wij, jongeren? Wij zijn het slachtoffer van de economische crisis die juist door diezelfde ouderen is veroorzaakt.”

Ook bij PMA is de stabiele situatie reden om de doorsneepremie te handhaven:

“De apotheekmedewerkers zijn zeer trouw aan hun vak. PMA kent een zeer groot percentage vrouwelijke deelnemers. Daar zien we vaak dat ze hun werkzame periode onderbreken, maar op latere leeftijd weer terugkeren, meestal als parttimer. Het gemiddeld aantal gewerkte uren ligt al vele jaren stabiel op 24 uren per week. Dat gevoegd bij het feit dat de salarisschalen voor apotheekmedewerkers vrij vlak verlopen, maakt dat zij bereid zijn solidair met elkaar te zijn. En dat geldt van hoog tot laag, van apothekersassistenten, bezorgers, farma-kundigen tot apothekers in loondienst. De salarisspreiding is dit jaar verder toegenomen, doordat het Pensioenfonds Mediq zijn verplichtingen aan ons heeft overgedragen.”

Meer weten over de ontwikkelingen binnen de pensioensector?

Kom dan op 1 oktober 2013 naar het preseminar van Het Pensioen Forum, de ontmoetingsplaats voor de pensioenbranche. Hier wordt o.a. een fundamentele kijk gegeven op pensioen (nominaal of Reëel?). Er wordt gesproken over solidariteit, wat is gewenst of juist ongewenst? Vergt een houdbaar pensioenstelsel aanpassing van solidariteit? En ons expertpanel bestaande uit Rob Bakker, Armin Becker, David Hollanders en Gerjoke Wilmink gaan in discussie over het pensioeninkomen. Wat voor inkomen hebben we eigenlijk nodig?

Bekijk het programma

Over Sophie van den Hoven

Bekijk ook

Alle vormen van betalen geregeld op één plek

De manier waarop we betalen verandert continu. Op dit moment zijn twee op de tien …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *